Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Bevrijdingsdag 26 oktober 1944

Van de morgen om 7 uur begon het hier in de buurt. Afweervuur en mitrailleurvuur is van dichtbij waar te nemen. Het is te hopen dat we geen artillerievuur krijgen. Ik meende nog gauw wat melk te gaan halen, maar het hoefde niet. Alles van de straat af en vensters en deuren dicht.

10 uur. Het begint erger te worden. Zojuist kwamen er 2 Duitsers om m'n fiets. Van no.1 mocht ik ze houden. No. 2 wist mede te delen dat alleen dokters ze mogen houden. Fiets weg. Verdomme nog.

13 uur. Het is wat rustig geweest. Gegeten hebben we. Anna is met de afwas bezig. Tante Tina rust. Tante Ant ook, ik lees of schrijf of bewijs kleine diensten. Onze kleine Mari slaapt rustig in zijn wagentje dat in de kelder staat. Hij is nu erg rustig, was van de morgen ook al vroeg op, reeds om 7 uur. We hopen en vertrouwen er doorheen te spartelen.

4 uur. We zitten in de kelder. Zwaar vuur is er niet meer te horen. Zo af en toe nog eens een schot. Mitrailleurvuur des te meer. Doch het verplaatst zich sterk. Was het eerst meer aan de spoorlijn te doen en dan pal in de richting van de Mortel. Nu is het weer in de richting van de Groenstraat. Zeer waarschijnlijk is het op de Heusdensebaan welke voor de terugtocht sinds lang met letters was aangegeven. Nu op het ogenblik is het weer stil. Uit verveel hebben we vanmiddag een potje gekaart, Ties, Robben en ik. (Bedoeld zijn hier: Ties Heessels, Sjef Robben en Kees van Iersel). Toen het vuren heviger begon te worden, achtte ik het niet langer meer verantwoord om daar te blijven. Het was goed, dat ik thuis was. Het vuren begon erger te worden en een verdwaalde kogel hoorden we over het huis fluiten. De soldaten trekken in de richting van het dorp terug. Ik heb goede hoop dat het spoedig achter de rug zal zijn. Het gevaar is dan nog wel niet in het geheel weg maar toch grotendeels.

Half vijf. Even zijn we uit de kelder geweest. Maar daar het buiten weer "luisterrijk" begon te worden zijn we maar weer naar beneden gegaan. En op tijd. Buiten gaat het er op als een oordeel. Het komt ons voor dat ik een auto of tank hoor aankomen. God sta ons bij, is onze bede. Wij kunnen ons zelf niet meer helpen noch beschermen. Moeder van Altijddurende Bijstand help ons in onze grote nood. Niet meer de bekende geluiden horen we, er zijn er ook vreemde "Engelse" bij. Wij hopen en vertrouwen.

Het is tien over vijf. De bui schijnt af te drijven. Het schieten is meer verder af. Ook rijdt er iets door de straat, maar wat? Ik moest p... en heb het in een weckfles gedaan. Onze Mari slaapt rustig op Anna's schoot. Het is de eerste keer in zijn leven dat hij dat uithaalt. We hebben hier in de kelder nog 'n rozenhoedje gebeden. Vanmiddag hebben we in de huiskamer er ook nog een gedaan. We bidden, hopen en vertrouwen.

Het is kwart over 6. Rustig is het geworden. De boerderij van Mathijssen staat in brand. Ook in de Groenstraat is brand uitgebroken. Als we dit doorkomen zullen we (ik) die mensen zo goed als het in m'n vermogen ligt helpen.

Half acht. Onze buurman komt melden: Engelse tanks rijden door de straten. Even kijken. Weer niks, niks te zien. In de verte horen we wel het gebrom van de motoren, toch durven we nog niet veronderstellen dat de moffen weg zijn.

Ongeveer tien uur. Ties Heessels komt me roepen. De straat staat vol volk. Ja, het is zo. De Duitsers zijn weg en wij zijn vrij. We gaan op straat kijken. Zware en grote gevaartes rijden ons voorbij. Wij zwaaien. De mannen zwaaien terug. Zij weten dat zij bij mensen komen die hun graag zien komen; en wij begroeten hun als onze bevrijders. Wij hebben bij Robben een flinke borrel gevat. Toen naar Ties daar dito. J.van der Steen, Leo Liebregts en anderen komen af en aan. Wij feliciteren elkaar. Vrij. Vrij. Hoe bestaat het. Even de straat op. Even naar Joh. Botermans, naar Jos Coppens waar we ook nog een borreltje pikten; en toen binnendoor naar huis. Ze maakten ons bij Jos wijs dat er nog Duitsers in de straat waren. Bij Ties een lekkere kop koffie gedronken. Christ Mathijssen was er ook. We hebben medelijden met hem en z'n familie. We zullen ons best doen om hem te helpen. Die nacht gingen we natuurlijk niet naar bed. Om plusminus 2 uur werden we nog eens opgeschrikt door kanonvuur. Het was dichtbij. We doken in de kelder. Er gebeurde echter niets meer.