Beschrijving Udenhout 1848
Vermelding Brouwerij Pijnenburg | ||
Noord Brabander 27-05-1843 en kadastrale kaart uit die tijd |
Udenhout in 1848 volgens het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden: "UDENHOUT, gemeente in de Meijerij van 's-Hertogenbosch, kwartier Oisterwijk, provincie Noord-Braband, arrondissement 's-Hertogenbosch, kanton Tilburg; palende noord aan de gemeente Drunen, noordoost aan Helvoirt, oost aan Haaren, zuidoost aan Oisterwijk, zuid aan Berkel-Enschot-en-Heukelom, west aan Tilburg en Loon op Zand. Deze gemeente werd verdeeld in het Houtschestraatskwartier, het Molenkwartier, het Winkelskwartier en het Biezenmortelskwartier, en bevat, behalve het dorp Udenhout, ook nog de gehuchten Kreytenmolen, Berkhoek, Kuil, Schoorstraat, Biezenmortel, Mortel, Winkelschehoek en Houtschestraat of Udenhoutschestraat; telt 504 huizen, bewoond door 398 huisgezinnen, uitmakende eene bevolking van 2100 inwoners, die in landbouw en het poten, planten en hakken van hout hun bestaan vinden; terwijl er ook vele arbeiders des zomers in Holland en Gelderland gaan werken. Men vindt hier nog vele bosschen en houtgewas, maar voorheen was het buitengewoon boomrijk. Rogge, boekweit en haver zijn de voornaamste granen die hier verbouwd worden. De lucht is hier niet zeer gezond, hetwelk aan den moerassigen grond wordt toegeschreven. Ook zijn hier vele inwoners behept met kliergezwellen. De wegen zijn des zomers zeer goed, doch in den winter bijna onbruikbaar. Als een groot gebrek kan de afgelegenheid van eene rivier, waarlangs men toevoer en mest en andere benodigdheden minder kostbaar bekomen kan, worden aangemerkt, wijl nu alles met vele kosten per as moet worden aangevoerd. Het is te verwonderen, dat de ingezetenen niet op het denkbeeld komen eenen waterloop, genaamd Zandkantsche Ley, bevaarbaar en daardoor hunne moerassen droog te maken, en de middelen van vervoer te bevorderen. Genoegzame mest is het eenige middel, waardoor dit dorp in bloei gebragt kan worden". In 1843 wordt in de Noord Brabander melding gemaakt van de brouwerij van Wilhelmus Pijnenburg. Deze lag bijna aan het einde van de Loonse Molenstraat.