Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Beschrijving Udenhout 1791

Udenhout in 1791. In dat jaar hebben de Udenhoutse bestuurders een rapportage moeten uitbrengen aan de Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen van Brabant. Hier volgt een verkorte weergave:

1. Ten aanzien van de Koophandel. Den Udenhout is niet gelegen tot enige bijzondere koophandel, en daardoor is ook geene doorgaande of andere commercie van enige het minste aanbelang, zijnde alleen ter zijde van de plaats een publieke Heirbaan van Oisterwijk op Waalwijk.

2. Het getal der brouwerijen. Binnen deze dorpen zijn drie brouwerijen, waarvan echter maar twee gebruikt worden als een brouwerij.

3. Het getal der fabrieqen. Binnen dese dorpen zijn geen fabrieqen.

4. De verder nering en handteeringe der ingezetenen deses dorp hebben voor het meerendeel haar bestaan van den landbouw en werklieden die in de houtbossen voor een gering dagloon arbeiden. Voorts eenige winkeliers en ambachtslieden, welke twee laatsten alleen ten gerieve der ingezetenen.

5. Het getal der tappers en herbergen is tien.

6. De hoedanigheid der teul en weilanden. De teullanden zijn voor zoveel omtrent den kring van het dorp bij de kerk gelegen. Wel iets beter als die landen aan de buitenranden dezes dorps. Weijlanden heeft men genoeg.

In dezelfde opgave worden ook aantallen voor het vee genoemd. Er waren in Udenhout en Biezenmortel 540 “hele” beesten (ouder dan drie jaar), 201 “halve” beesten (van 2 of 3 jaar) en 49 trekossen. Het teulland werd bezaaid met rogge, boekweit, spurrie, hofvruchten, aardappelen en klaver.

Zie ook