Bernard Hafkenscheid

Tilburg was in 1842 een van de eerste plaatsen in Noord-Brabant waar door de redemptoristen uit Wittem een volksmissie werd gehouden. De beroemdste van deze predikers was Pater Bernard Hafkenscheid CSsR (Amsterdam 1807 – Wittem 1865).

Hij preekte sinds 1847 tijdens het veertigurengebed in Tilburg. De drie dagen voor Aswoensdag werd gedurende veertig uur de Heilige Hostie in een monstrans ter aanbidding uitgestald. Hafkenscheid was een fel tegenstander van het vieren van vastenavond. Mede door zijn toedoen hield dit feest in Tilburg tussen 1856 en 1858 op te bestaan. Daar ging zo’n felle strijd tussen de geestelijkheid en inwoners aan vooraf, dat vooral daardoor het openbare carnaval in Tilburg lang is tegengehouden. Tijdens het veertigurengebed op 21 februari 1857 kwam het tot een uitbarsting. Jongeren die vastenavond wilden vieren, provoceerden de geestelijkheid. Tegen de verbijsterde gelovigen verklaarde Hafkenscheid dat hij het veertigurengebed beëindigde. Het was volgens hem onbetamelijk dat het Allerheiligste bleef uitgestald terwijl op de Markt werd gedanst door de ‘carnavalszotten van de maskeradeclubs’. De indruk die zijn optreden maakte, galmde door tot diep in de vorige eeuw. In Tilburg is er een koekplank uit 1842 met Hafkenscheids afbeelding bewaard gebleven.