Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Beleggers doen de boerderijen van de hand

Udenhout en Biezenmortel bestonden medio 19de eeuw voor een deel nog uit pachtboerderijen. De boeren op de boerderijen waren pachters en de boerderijen waren eigendom van vermogende burgers of organisaties die hun inkomsten verwierven uit beleggingen. De pacht die de boeren moesten voldoen bestond deels uit geld verkregen uit de verkoop van de gewassen, maar deels ook uit ladingen aardappels, fruit van de bomen, gemalen graan en ook karren mest. Dat was voor de beleggers vaak ook maar een gedoe. Bovendien waren de inkomsten van de beleggers ook afhankelijk van mislukte oogsten, aangevreten fruit, e.d. en waren hun uitgaven ook afhankelijk van onvoorziene omstandigheden zoals een storm die een stuk van een dak had afgewaaid, e.d. Voor al die kleine beleggers ontstond medio 19de eeuw een zeer aantrekkelijke andere manier van beleggen. Door al die bedrijven op de beurs was er veel vraag naar geld. De eigenaren van de pachtboerderijen gingen massaal over op het verkopen van hun pachtboerderijen en belegden hun geld vervolgens op de Amsterdamse beurs. Voortaan geen opbrengsten bestaande uit graan of fruit of mest, maar elk jaar een uitbetaling van dividend, gewoon cash. En met de inkomsten kocht men de aardappelen en de appels bij de groenteboer om de hoek.

De boerderijen werden in de meeste gevallen verkocht aan de pachters van de boerderijen of aan lokale boeren die voldoende geld hadden om meer dan een boerderij te kunnen kopen. Enkele voorbeelden van boerderijen in Udenhout en Biezenmortel die in de 19de en begin 20ste eeuw van de hand werden gedaan: de Vossenhoeve op ’t Voorste Winkel, de boerderijen Waalwijkseweg 8 en 16, de Gasthuishoeven, de Geel Hoef, de boerderij Winkelsestraat 33, Moffenhoeve en vele meer.