Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Busnac, Barend

Barend Busnac
87c871a1-150c-4d81-a919-ffad438e0d8b.jpg
Volledige namen Barend Busnac
Geboortedatum 12-05-1922
Geboorteplaats Rotterdam
Adres Transvaalstraat 15
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Ongehuwd
Beroep Leerling-journalist
Overlijdensdatum 26-05-1944
Plaats van overlijden Loonse en Drunense Duinen
Bijzonderheden Gefusilleerd in de Loonse en Drunense Duinen vanwege betrokkenheid bij de aanslag op Piet Gerrits.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Busnac, Barend (geb. Rotterdam 12-5-1922, gest. 26-05-1944 Loonse en Drunense Duinen) leerling-journalist. Zoon van Alexander Busnac (1896-1970) en Katharina Schmitz (1900-1993). Busnac wordt op 26-05-1944 gefusilleerd in de Loonse en Drunense duinen. Hij is ongehuwd.

Achtergrond

Barend Busnac wordt op 12 mei 1922 geboren in Rotterdam. Zijn vader is Alexander Busnac, die aanvankelijk variété artiest en acrobaat is en later koopman en handelsreiziger wordt in Oosterse tapijten. Vader Alexander is in 1896 geboren in Usquert, Groningen, en overlijdt in 1970 in Amsterdam. Barend’s moeder heet Katharina Schmitz. Zij is in Baumberg, Duitsland, geboren in 1900. Katharina is hulp in de huishouding en trouwt in 1922 in Amsterdam met Alexander Busnac. Katharina heeft dan nog de Duitse nationaliteit, later zal ze Nederlandse worden. Katharina sterft in 1993 in Amsterdam. Het echtpaar Busnac-Schmitz krijgt drie kinderen: een zoon en twee dochters. Barend is de oudste van de drie. Het gezin woont in 1922 op Graaf Florisstraat 79 in Rotterdam en verhuist datzelfde jaar naar Amsterdam, ‘’a/boord p/a Haarlemmer-Houttuinen’’ 103. Op dat adres zit het pension van J.C. de Leeuw. De geciteerde formulering, afkomstig van de Oorlogsgravenstichting, wijst erop dat het adres door het gezin wordt gebruikt als postadres, terwijl zijzelf op een boot wonen (dat zou niet nieuw zijn: vader Alexander heeft eerder met zijn ouderlijk gezin in Rotterdam op de woonschuit “Dankbaarheid” gewoond en in Amsterdam op een woonark aan de Keizersgracht). Daarna woont het gezin in Amsterdam op verschillende adressen, zoals Van Swindendwarsstraat 6 I. In augustus 1937 verhuist het gezin vanaf dat adres naar Blasiusstraat 34 III. Daar blijven de ouders van Barend tot 1971 wonen. In september 1943 wordt Barend in het bevolkingsregister ingeschreven op Transvaalstraat 15 in Tilburg. Dit is meteen het laatste woonadres van Barend voor zijn dood. Volgens zijn persoonskaart is Barend kantoorbediende en kunsthandelaar, maar nabestaanden noemen dit een hardnekkig misverstand. Barend is volgens hen leerling-journalist geworden bij United Press Associations (1907-1958), nadat hij een aantal cursussen heeft gevolgd zoals een cursus Engels en een cursus tekstschrijven. Barend is ongeveer 1.55 tot 1.60 meter lang, heeft schoenmaat 39 en kleine handen. Hij heeft donkerbruin haar, zware donkerbruine wenkbrauwen en donkerbruine ogen.[1]

Blasiusstraat 34 III (links, 3 hoog), Amsterdam, 1972
Blasiusstraat 34-24, 1972.jpg
Bron: Stadsarchief Amsterdam

Rondreizende Variétéartiesten

Barend Busnac komt langs vaderskant uit een grotendeels Joodse familie (Portugees Israëlitisch) van rondreizende variétéartiesten. Het eerste begin van dit variétéleven zit bij Barend’s overgrootvader Abraham Busnac (Amsterdam, 1829), die koopman is en muzikant wordt. Abraham’s zoon Gerson Busnac (1876) is artiest in een specialiteitentheater. Een andere zoon van Abraham, Barend Busnac (Steenwijk, 1868; opa van Barend uit 1922) is kunstvertoner en artiest. Deze Barend trouwt met Alexandrina Etienne (Amsterdam, 1869); ook zij is kunstvertoner en artiest. In 1891 treedt opa Barend op in zijn geboorteplaats Steenwijk tijdens de najaarskermis. De krant rapporteert: ‘’Met erkenning van anderen verdiensten in hun vak, stippen wij hier even aan, dat onder hen zich een jeugdig accrobaat bevond, die bij velen de bijzondere aandacht trok, door zijn afkomst als Steenwijker van geboorte, zoowel als door zijne verbazende spierkracht, die hem den naam deed verwerven van ‘den man met het leeuwengebit’. De heer Barend Busnac, in de wandeling Boesnach genaamd, onderscheidde zich reeds als knaap door zijne buitengewone leenigheid en vlugheid van beweging en bracht het door voortdurende oefening en inspanning zoover, dat hij thans op 23-jarigen leeftijd onder de krachtigste athleten van onzen tijd mag worden gerangschikt. Geen wonder derhalve dat zijne verschijning voor velen, die hem als kind met hunne eigen kinderen zagen spelen, eene buitengewone aantrekkelijkheid bezat’’.[2]

Advertentie voor een optreden van Barend Busnac in Amsterdam, 1893
Advertentie Barend Busnac, 1893.jpg
Bron: Delpher, Recht voor allen, 12.2.1893
Advertentie voor een optreden van Variétégezelschap Busnac in Goirle, 1941
Advertentie Francois Busnac, 1941.jpg
Bron: Delpher, Nieuwsblad van het Zuiden, 11.1.1941
Actiefoto van François Busnac
Boesnac (De Vliegende Man).jpg
Bron: Stichting Oorlogsverhalen
Foto van de gebroeders François Busnac (links) en Alexander Busnac
Busnac Francois.jpg
Bron: Joods Monument

Opa Barend zet zijn eigen variétégezelschap op waarvan hij de directeur is. Het gezelschap treedt op in zalen, op kermissen en bij andere evenementen in plaatsen als Den Haag, Heerhugowaard, Hoorn en Stadskanaal. Op het programma staat acrobatiek op het koord en aan de trapeze met aan het eind een pantomime. Het gezelschap heeft een kermistent, aangeduid als ‘'Theâtre Gymnastique’' of ook ‘'Theater Variété’' en beschikt over een kermisschuit. Zes van de zeven kinderen van Barend en zijn vrouw Alexandrina worden artiest (een achtste kind sterft in 1896, twee jaar oud). Barend afficheert zich als gymnast en equilibrist en zijn vrouw Alexandrina als ijzerdraadloopster alias ‘'Alexandria, Luchtkoningin’'. In 1888 valt Alexandrina in café Pittoresque aan de Amsterdamse Reguliersdwarsstraat van het koord. Zij is op dat moment vier maanden zwanger, krijgt een inwendige bloeding en ligt vervolgens 36 dagen in het ziekenhuis. Zonen François en Alexander zijn acrobaten en werken samen als de ‘’Gebroeders Busnac’’ en als ‘’de Vliegende mannen met hun Tandkracht attractie’’. Later zet François zijn eigen rondreizend variétégezelschap op, aangeduid als ‘'Theater Busnach'’, terwijl Alexander uit de variété stapt en de handel in gaat.[3]

Rassenwetten van Neurenberg

Het gezin waarvan Barend Busnac (1922) deel uitmaakt is Rooms Katholiek, maar daarmee is niet alles gezegd. In 1935 voeren de Nazi’s de Rassenwetten van Neurenberg in. De Nazi’s gebruiken deze wetten om te bepalen in welke mate een persoon voor hen Joods is of niet. Een ‘'Voljood'’ is voor de Nazi’s een persoon met drie of vier Joodse grootouders of een persoon met twee Joodse grootouders die met een Joodse partner is gehuwd of lid is van een joods kerkgenootschap. Een '‘Halfjood'’ heeft twee Joodse grootouders, is geen lid van een joods kerkgenootschap en is niet met een Joodse partner getrouwd. Registratie als ‘'Voljood'’ betekent verlies van het staatsburgerschap en van een aantal burgerrechten - en gevaar voor deportatie. Barend’s vader Alexander uit 1896 heeft twee Joodse grootouders aan vaderskant en twee Rooms Katholieke grootouders aan moederskant, terwijl zijn vrouw Katharina Rooms Katholiek is en voor zover bekend niet Joods. Verder is Alexander geen lid van een Joods kerkgenootschap. Hij zou door de Nazis als ‘'Halfjood’' worden beschouwd. Voor zijn broer François (1890-1943), die dezelfde grootouders heeft, ligt dit anders. François is met een Joodse vrouw gehuwd, Naatje Zwaab. Voor de Nazi’s betekent dit dat hij Voljood is. François Busnac is in mei 1943 in Tilburg opgepakt, gedeporteerd naar Concentratiekamp Sobibor in Polen en daar diezelfde maand gestorven. Ook zijn partner Sara Frankenhuis en hun bijna driejarig zoontje Robert zijn in mei 1944 in Sobibor omgekomen. François’ echtgenote Naatje, met wie hij al sinds 1919 niet meer samenleeft, is in januari 1943 in Auschwitz gestorven. Alexander Busnac en zijn gezin hebben (net als Alexander’s zusters en een andere broer) de oorlog overleefd – met uitzondering van zijn zoon Barend; zoals zal blijken hebben de Neurenberger Wetten Barend’s lot indirect meebepaald.[4]

Verzetsgroep van Wim Berkelmans

Begin 1944 kent Tilburg een verzetsgroep, die bekend is geworden als de verzetsgroep van Wim Berkelmans. De groep bestaat uit zeven personen: Wim Berkelmans, ambtenaar bij de gemeente Tilburg; Harry Verbunt, ambtenaar bij het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB) in Tilburg; Rob van Spaendonck, fabrikant in Tilburg; Albert Meintser, kunstschilder uit Amsterdam; Barend Busnac, Toon van Beek en Karel Aarts. De groep is van plan een aanslag te plegen op de Tilburgse agent Piet Gerrits.[5]

Toon van Beek en Karel Aarts hebben de oorlog overleefd en over hen zijn geen lemma’s geschreven. Daarom worden zij hieronder kort beschreven. Antonius Josephus Maria (Toon) van Beek is in Eindhoven geboren op 12 mei 1915 als zoon van Johannes van Beek, huisschilder, en van Johanna Maria van Eersel. Het katholieke gezin van Beek-van Eersel woont in Eindhoven en bestaat uit dertien kinderen (twee meisjes, elf jongens). Toon is het achtste kind. Hij trouwt in 1941 met Laura Camilla de Paepe in Tilburg, waar hij agent van politie is. Zij krijgen drie kinderen en wonen op Pagestraat 45 in Tilburg. Laura zit tijdens de oorlog in het verzet, net als haar echtgenoot. Toon sterft in 1987 in Tilburg.[6]

Carolus Wilhelmus Johannes (Karel) Aarts wordt geboren in de Tilburgse wijk Veldhoven op 12 september 1907. Karel is de jongste van twee kinderen (zoons) van Fredericus Jacobus Aarts, zadelmaker, en Johanna Henrica Gerrese. Vader sterft in 1921, zijn gezin woont dan op Noord-Besterdstraat 92. In 1925 verhuist moeder Johanna met haar zoons naar de Enschotsestraat, waar zij eerst op nummer 120 wonen en vanaf 1935 op nummer 141. Karel blijft tot 1964 op dit laatste adres wonen. Karel trouwt in 1947 met Helena Catharina Theodora Emerentiana van Rijzewijk en hij sterft in 1977 in Tilburg. Tijdens de oorlog werkt Karel als ambtenaar bij het Gewestelijk Arbeidsbureau in Tilburg waar hij een collega is van Harry Verbunt.[7]

Mislukte aanslag op Piet Gerrits en arrestaties

Petrus Johannes (Piet) Gerrits, geboren op 29 januari 1896 in Gilze, wordt op 29 mei 1919 aangesteld als politieagent bij de gemeentepolitie Tilburg. Op 9 oktober 1940 wordt Gerrits lid van de NSB. In juli 1941 legt hij de ‘'belofte van trouw'’ af. Gerrits fungeert als verbinding tussen de Sicherheitsdienst (SD) en de gemeentepolitie. Eind 1943 wordt hij belast met het opsporen van illegale personen en het uitvoeren van opdrachten van de SD. Hij arresteert tijdens de oorlog tientallen Joden.[8]

In januari 1944 arresteert agent Piet Gerrits een Joods echtpaar dat valse persoonsbewijzen heeft. De persoonsbewijzen voor het echtpaar zijn gemaakt door Wim Berkelmans en aan het echtpaar gegeven door Toon van Beek. Het risico bestaat dat Gerrits de betrokkenheid van Berkelmans en van Beek zal ontdekken. Berkelmans bespreekt het probleem tijdens een aantal beraadslagingen met Rob van Spaendonck, Harry Verbunt, Toon van Beek en Karel Aarts. Zij zien geen andere mogelijkheid dan Gerrits tijdens een aanslag dood te schieten. Van Beek kan zijn dienstwapen niet voor de aanslag gebruiken, omdat een kogel in het lichaam van Gerrits de politie naar zijn dienstwapen zou leiden. Daarop stelt van Spaendonck zijn pistool beschikbaar, een 9 mm Browning. Het wapen wordt vóór de aanslag bij van Beek thuis afgeleverd door Jan, de jongste broer van Van Spaendonck. Berkelmans duikt onder in Amsterdam en houdt van daaruit contact met de anderen in Tilburg. Waarschijnlijk is het als volgt verder gegaan. Voor de aanslag wordt een plaats uitgekozen op de vaste fietsroute van Gerrits tussen het hoofdbureau van politie aan de Bisschop Zwijsenstraat en zijn woning aan de Le Sage ten Broekstraat. Die plaats is de vijfsprong Nieuwlandstraat, Korte Schijfstraat, Tuinstraat, Noordstraat en Stationsstraat.[9]

Beoogde locatie aanslag op Piet Gerrits
Bron: Regionaal Archief Tilburg

Vanuit Amsterdam stuurt Berkelmans twee jongemannen naar Tilburg om met van Beek de aanslag uit te voeren: Barend Busnac en Albert Meintser. Volgens nabestaanden van Barend kent Wim Berkelmans hem door Wim’s vriendschap met de zoon van bakker Henk Visser uit Amsterdam; Henk Visser is op zijn beurt bevriend met Alexander Busnac, de vader van Barend. Berkelmans is erin geslaagd Barend voor de aanslag te ronselen, omdat deze hem een dienst is verschuldigd. Berkelmans heeft eerder namelijk valse persoonsbewijzen gemaakt voor Barend’s Joodse verloofde Henny (Heintje) Barend en haar zus Celine. Heintje (1923-2017) overleeft de oorlog en zal trouwen met Simon Theeboom; na de oorlog vertelt Heintje’s dochter dat Heintje en haar zus in 1942 door Barend zijn geholpen met onderduiken in Beverwijk.[10]

Barend Busnac benadert Albert Meintser, zijn jeugdvriend, en vraagt hem mee te doen aan de aanslag op Gerrits. Albert zegt ja en gaat met Barend in opdracht van Berkelmans met de trein naar Tilburg. Na hun aankomst in Tilburg komen van Beek, Verbunt en Aarts tot de conclusie dat Busnac en Meintser niet capabel zijn om de aanslag uit te voeren: ze zijn nogal jong en ogenschijnlijk onvoldoende gehard. Busnac en Meintser worden op 22 januari 1944 teruggestuurd naar Amsterdam. Verbunt spreekt vervolgens met ene Joop Kerstens uit Nijmegen af dat hij, in plaats van Busnac en Meintser, samen met van Beek de aanslag pleegt. In de ochtend van 24 januari 1944, de dag van de aanslag, is Kerstens nog steeds niet in Tilburg, waardoor Berkelmans wordt gevraagd om Busnac en Meintser opnieuw naar Tilburg te sturen. Onverwacht komt Kerstens ’s middags toch in Tilburg aan. Hij is op tijd om mee te kunnen doen aan de aanslag. Echter, ook Busnac en Meinster verschijnen in Tilburg. Besloten wordt dat Busnac en Meintser alsnog met van Beek de aanslag uitvoeren op de genoemde vijfsprong, maar dat Kerstens ook meedoet. Het plan wordt nu dat Meintser en Busnac op de fiets Gerrits zullen achtervolgen tussen het politiebureau en de afgesproken plek van de aanslag. Op die plek zullen Kerstens en Van Beek Gerrits opwachten en neerschieten. Meintser en Busnac zullen na de aanslag de aktetas met officiële papieren inpikken die Gerrits naar verwachting bij zich heeft.[11]

Zoals het lemma van deze gebeurtenis beschrijft mislukt de aanslag (later blijkt dat Karel Aarts de aanslag heeft verraden). Nadat ze zien dat Gerrits op 24 januari rond half elf ’s avonds wegfietst bij het politiebureau, gaan van Beek en Kerstens naar de plaats van de aanslag. Daar wachten ze tevergeefs op Gerrits, want de politieagent is onderweg gestopt omdat hij in de gaten heeft dat twee mannen -Meintser en Busnac- achter hem fietsen. Hij besluit hen aan te houden. Gerrits houdt Meintser staande, Busnac vlucht. Gerrits neemt Meintser vervolgens mee naar het hoofdbureau van politie waar hij wordt ingesloten. Volgens nabestaanden gaat Barend Busnac na zijn vlucht naar zijn ouders thuis in Amsterdam. Hij vertelt zijn ouders dat hij de volgende dag naar het politiebureau in Tilburg wil gaan om te proberen Meintser vrij te krijgen, want Barend voelt zich verantwoordelijk voor de arrestatie van zijn vriend. Zijn ouders raden hem af naar het politiebureau te gaan want ze zijn bang dat hun zoon ook wordt gearresteerd. Barend gaat de volgende dag toch naar het politiebureau in Tilburg en vraagt daar naar zijn vriend. Gerrits krijgt argwaan en sluit ook Busnac in. In het politiedagrapport van 26/27 januari 1944 staat daarover vermeld: ‘’20.00 uur: Door Gerrits aangehouden nadat hij zich hier aan het bureau had gemeld (zie alarmeringsbericht nr. 2 van 26.1.1944 te 17.25 uur) voor de SD. Mag niet in contact komen met arrestant Meinster (sic)’’. Gerrits stelt de SD op de hoogte die Meintser en Busnac overneemt. Na een aantal dagen op het politiebureau gaan ze allebei naar Kamp Haaren.[12]

Het is niet duidelijk of Meintser of Busnac een vuurwapen bij zich hebben gehad tijdens de mislukte aanslag. Toon van Beek zegt in 1945 dat beiden ongewapend waren. Nabestaanden van Busnac zeggen dat Meintser een vuurwapen bij zich had dat hij ook heeft gebruikt, maar dat het wapen ketste. Na de mislukte aanslag duiken van Spaendonck, Verbunt, Aarts en van Beek onder, net als Berkelmans heeft gedaan. Van Beek ontsnapt aan arrestatie en komt terecht in het oosten van Nederland, waar hij zijn verzetswerk voortzet en de oorlog overleeft. De andere vier worden alsnog gearresteerd; zij komen terecht in Kamp Haaren, waar Busnac en Meintser zitten.[13]

Kamp Haaren

Barend Busnac wordt in Kamp Haaren opgesloten in cel 79 en vervolgens samen met de journalist Rudolf Emich in cel 105. Vanuit de cel schrijft hij een aantal brieven naar zijn ouders. Na aankomst in Haaren wordt Barend samen met Albert Meintser verhoord. Volgens de SD-er Karl Werner Koeny (Saarbrücken, 5 januari 1914), die aan het verhoor deelneemt, vertellen Meintser en Busnac dat ze naar Tilburg zijn gekomen om te schetsen en te schilderen – ze zijn studenten. Daarop geeft Koeny hen een stuk papier en draagt hen op een schets te maken van wat ze, door het raam, buiten zien. Het resultaat lijkt volgens Koeny nergens op en beiden vallen vervolgens snel door de mand. Koeny staat in juni 1946 terecht tijdens het “Tilburg Lynching Trial” voor een Brits militair hof in Essen, Duitsland. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij het doden door de Sicherheitspolizei van drie piloten van respectievelijk de Royal Air Force, Royal Canadian Air Force en de Royal Australian Air Force. Deze oorlogsmisdaad gebeurt op 9 juli 1944 in Tilburg op Diepenstraat 49 bij Coba Pulskens. Omdat er geen bewijs is dat Koeny bij de oorlogsmisdaad betrokken is geweest, wordt hij vrijgesproken en vrijgelaten.[14]

Kamp Haaren
Groot seminarie Haaren.jpg
Bron: www.gedenkplaats-haaren.nl

Kamp Haaren is een buitenkamp van Kamp Vught en bestaat van eind 1941 tot medio september 1944. Kampcommandant in 1944 is SS Obersturmführer Friedrich Beeck. De gevangenen in Haaren doen administratieve werkzaamheden voor de “Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD”. Het kamp zit in het gebouw van het vroegere Grootseminarie van ’s-Hertogenbosch. Het is tot begin 1943 een gijzelaarskamp en vanaf eind 1942 een politiegevangenis van de SD (“Polizeigefängnis und Untersuchungs Gefängnis”). Een aantal bekende Nederlanders heeft in het gijzelaarskamp gezeten, zoals Frits Philips (de president-directeur van Philips), de schrijver Simon Vestdijk, de historicus Johan Huizinga en de cabaretier Lou Bandy. De arrestanten voor de politiegevangenis worden door de SD in twee groepen onderscheiden. De eerste groep bestaat uit gearresteerden wegens “Grenzüberstritt”; in totaal hebben circa 1350 “grensoverschrijders” in de politiegevangenis gezeten, zoals smokkelaars, parachutisten, piloten en pilotenhelpers, Joden, onderduikers en ontsnapte gevangenen. De tweede groep, aangewezen voor onderzoek (“Untersuchung”), bevat ongeveer 1750 gearresteerden uit verzet en spionage. Onder hen zijn gedropte agenten uit het Englandspiel, medewerkers aan het drukken en verspreiden van de illegale krant “Trouw” (de Trouwgroep) en de gearresteerden van de verzetsgroep van Wim Berkelmans. Van de tweede groep zijn ongeveer 85 personen gefusilleerd.[15]

Sinds 1 mei 1943, na de aankondiging daarvan door Rijkscommissaris Seyss-Inquart in reactie op de April-Meistakingen van 1943, geldt voor het hele land het politiestandrecht. Zeven politiestandgerechten worden opgericht, waaronder het “Polizeistandgericht Herzogenbusch”. De rechtspraak wordt uitgeoefend door een college dat bestaat uit een SS-rechter als president en twee SS-officieren. Zij zijn bevoegd bepaalde sabotagehandelingen te berechten. De vonnissen in het kader van het politiestandrecht zijn streng, veelal wordt de doodstraf opgelegd en kort daarna uitgevoerd. Op 24 mei 1944 houdt het “Polizeistandgericht Herzogenbusch” zitting in een zaal van de politiegevangenis in Haaren. 15 gevangenen uit de politiegevangenis worden voorgeleid, inclusief de gearresteerde leden van de verzetsgroep van Wim Berkelmans. Aanvankelijk veroordeelt het Polizeistandgericht alle 15 ter dood. De leden van de groep van Berkelmans, inclusief Karel Aarts, krijgen de doodstraf vanwege de aanslag op Piet Gerrits. Voor Verbunt en Busnac komt daar nog bij dat ze volgens de Duitsers onbevoegd een vuurwapen in bezit hebben gehad. Op het laatste moment wordt de doodstraf van Aarts omgezet in 15 jaar tuchthuis. Aarts belandt op 17 augustus 1944 vanuit Haaren in Kamp Vught en wordt, zo vertelt hij na de oorlog, van daar naar Duitsland gedeporteerd. In Duitsland komt hij terecht in Kamp Sachsenhausen en vervolgens in Kamp Rathenau, een subkamp van Sachsenhausen, waar hij in 1945 door Russische troepen wordt bevrijd.[16]

Fusillades in de Loonse en Drunense Duinen

Op 26 mei 1944 worden de 14 ter dood veroordeelden uit hun cel in Kamp Haaren gehaald. Zij worden met vrachtauto’s van de Grüne Polizei naar de Loonse en Drunense duinen vervoerd, naar een plek nabij restaurant Bosch en Duin. Onder hen zijn Berkelmans, van Spaendonck, Verbunt, Meintser en Barend Busnac. Daar worden de 14 mannen in twee groepen van elk zeven man ingedeeld. Vervolgens worden beide groepen na elkaar gefusilleerd. De “höhere SS-und Polizeiführer Nordwest” plaatst op 26 en 27 mei 1944 een mededeling in de kranten waarin staat dat het doodvonnis is voltrokken. Drie stafleden uit Kamp Haaren zijn bij de terechtstelling aanwezig: Erich Liebing, chauffeur en kampbewaker, Friedrich Böhm, Oberscharführer en kampbewaker, en Albert Blankennagel, Sturmscharführer en ondercommandant. Aanwezig is ook de arts Dr. Ernst Zärtl, die de dood van de gefusilleerden moet vaststellen. Deze vier mannen zijn na de oorlog naar Nederland gehaald om de plaats van de fusillades aan te wijzen. Ondanks deze en andere zoekacties zijn de stoffelijke resten van de gefusilleerden nooit gevonden.[17]

Oorlogsmonument bij Bosch en Duin
OorlogsmonumentduinenB.jpg

In Udenhout is achter restaurant Bosch en Duin een oorlogsmonument opgericht ter nagedachtenis van de gefusilleerden. Het monument is op 26 mei 2005 onthuld. In 2018 worden tijdens een plechtigheid op de hoek Lage Witsiebaan en Ringbaan West in Tilburg vier verzetsstrijders herdacht: Barend Busnac, Albert Meintser, Frans van Spaendonck en Joop de Jong. Zij worden tijdens de plechtigheid alle vier geëerd met een straatnaam, die op 28 maart 2018 aan ieder van de vier verzetsstrijders is toegekend door het Tilburgse college van burgemeester en wethouders.[18]

Gebeurtenis

Bronnen (selectie)

Dit is een selectie van bronnen, in de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur (selectie)

Dit is een selectie van de gebruikte literatuur, in de noten staat alle literatuur.

  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4, Tilburg 2002.
  • Henk Peters, Oorlogsmonumenten in Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen, Uitgever ’t Schoor, Heemcentrum voor Udenhout en Biezenmortel, 2019.
  • Rob van Putten, 'Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam', Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018.
  • Rob van Putten, 'Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent', Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019.
  • B.J. van Spaendonck, Genealogie en familiegeschiedenis van Spaendonck 1350-2006, Stichting Joannes Antonius van Spaendonck, Tilburg, 2007.

Externe links

Bijlage - Terugblik op het Verraad

De aanslag op Piet Gerrits is op de avond van de aanslag, 24 januari 1944, verraden door Karel Aarts. Op 4 juli 1945 verhoort de Tilburgse Politie Recherche Afdeling (PRA) Barones Johanna Petronella van Heekeren van Brandsenburg over de aanslag. Zij is de echtgenote van Fred Ouwerling, heerbancommandant van de Weer Afdeling (WA) van de NSB en voormalig gemeentearchivaris van Tilburg. De Barones verklaart tijdens het verhoor dat zij door een onbekende persoon was opgebeld die haar zei agent Gerrits te waarschuwen omdat die in levensge¬vaar verkeerde. De Barones informeerde vervolgens Hendrik Boersma, korpschef van de Tilburgse politie en P.P.J. Pitz, kringleider van de NSB in Tilburg, over het voorval. Een aantal weken na de mislukte aanslag kwam bij haar, aldus de Barones, een meisje aan de deur. Ze stelde zich voor als de verloofde van de onbekende persoon die naar de Barones heeft gebeld en vertelde de Barones dat die onbekende persoon Aarts heet.[19]

Piet Gerrits bevestigt op 4 juli 1945 tijdens zijn verhoor door de PRA de verklaring van de Barones: volgens hem heeft Karel Aarts ‘s avonds rond 7 uur de Barones op de hoogte gesteld van de aanslag. Gerrits verklaart ook dat hij destijds via een ander door Pitz is gewaarschuwd voor de aanslag en dat hoofdagent Steenveld hem namens Boersma op het hart drukte zijn woning niet te verlaten (wat Gerrits overigens toch deed; wel nam hij die avond een andere route dan gewoonlijk tussen het hoofdbureau van politie aan de Bisschop Zwijsenstraat en zijn woning in de Le Sage ten Broekstraat). Tenslotte verklaart Gerrits dat hij aanwezig was bij het verhoor van Karel Aarts in Kamp Haaren. Aarts heeft toen volgens Gerrits gezegd dat hij de Barones van de aanslag op de hoogte had gesteld. Journalist Rudolph Constantinus Maria Emich verklaart tegenover de PRA dat hij op 24 mei 1944 samen met onder anderen Busnac in cel 105 in Kamp Haaren zat. Emich zegt dat Busnac hem vertelde dat Aarts had gezegd dat hij de politie voor de aanslag had gewaarschuwd.[20]

Aarts zelf verklaart bij de PRA dat hij had gemeend dat van de aanslag op Gerrits niets zou terechtkomen; Busnac en Meintser, die de aanslag zouden plegen, waren in zijn ogen nog kinderen. Aarts wilde niet met Busnac en Meintser samenwerken. Het werd de twee afgeraden, aldus Aarts, om de aanslag te plegen, maar Busnac en Meintser wilden doorzetten. Aarts besloot zich terug te trekken uit de aanslag en belde vanuit het kantoor van het Arbeidsbureau op de Heuvel met de Barones – hij durfde niet Gerrits zelf te bellen, aldus Aarts.[21]

De vraag waarom Aarts nu juist met de Barones heeft gebeld is nooit beantwoord. Bekend is wel dat het adres en telefoonnummer van haar echtgenoot gewoon in het adresboek van Tilburg van 1943 staan: “Ouwerling, F.H.M., gem. ambt., Zomerstr 54, tel 5136”. De Barones was dus eenvoudig te bereiken, als men althans met haar naam en adres bekend was. En in elk geval in NSB-kringen was dat zo. Op 5 februari 1943 rapporteert Volk en Vaderland, het weekblad van de NSB, namelijk het volgende. De Barones werd in 1933 lid van de NSB. De NSB kreeg via het woonhuis van het echtpaar voor het eerst vaste voet in Noord-Brabant en hun woning groeide gestaag uit tot de “geestelijke centrale der NSB in het Zuiden”. NSB’ers hielden er besprekingen en vergaderingen, sprekers die naar Noord-Brabant kwamen logeerden er.[22]

Noten

  1. AlleGroningers, Burgerlijke Stand geboorten Usquert 7.7.1896, akte 28; Stadsarchief Amsterdam 30238, invnr. 143 Amsterdam 1939-1960, 12.5.1922; Stadsarchief Amsterdam 30238, invnr. 143 Amsterdam 1939-1960, 9.1.1924; Stadsarchief Amsterdam 30238, invnr. 1352 Amsterdam 1964-1994, 7.7.1896; Stadsarchief Amsterdam 30238, invnr. 1792 Amsterdam 1964-1994, 31.10.1900; Stadsarchief Amsterdam 5225, invnr. 952 Amsterdam Vreemdelingenregister 15.10.1922; Stadsarchief Amsterdam 5182 Militieregisters Amsterdam 1829-1940, invnr. 4411; Noord-Hollands Archief Burgerlijke Stand huwelijken Amsterdam, 15.3.1922, akte reg. 4A, f41; Stadsarchief Rotterdam 494-03, invnr. 851-078, akte 83718; Stadsarchief Amsterdam 483.A, begraafregisters Amsterdam 1935-2013; Oorlogsgravenstichting, B. Busnac, vragenlijst 17.12.1957; Henk Peters, Oorlogsmonumenten in Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen. Uitgever ‘t Schoor, Heemcentrum voor Udenhout en Biezenmortel, 2019; Stadsarchief Amsterdam 30274 Collectie adresboeken - Adresboek Adam 1922-1923 H-H 103 J.C. de Leeuw pension, p.525; Stadsarchief Amsterdam 30238, invnr. 143 Amsterdam 1939-1960, Barend Busnac 12.5.1922; Henk Peters, Oorlogsmonumenten in Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen. Uitgever ’t Schoor, Heemcentrum voor Udenhout en Biezenmortel, 2019; https://unipress.wordpress.com/; Stadsarchief Amsterdam 5445 invnr. 38 Woningkaarten Amsterdam 1924-1953; Stadsarchief Amsterdam 5445 invnr. 90 Woningkaarten Amsterdam 1954-1989; Stadsarchief Amsterdam 5445 invnr. 346 Woningkaarten Amsterdam 1924-1953; Noord-Hollands Archief (FamilySearch) Burgerlijke Stand Overlijden Amsterdam 1811-1950 akte 2229; Stadsarchief Rotterdam 494-03 invnr. 851-078 Bevolkingsregister Rotterdam 1880 akte 83719; Delpher, Rotterdamsch Nieuwsblad 17.8.1904; Stadsarchief Amsterdam 5422 invnr. 248 Gezinskaarten Amsterdam 1893-1939; Stadsarchief Amsterdam 5000 Schippersregister 2584 Register bewoners van schepen, deel 1, blad 111; Henk Peters, Oorlogsmonumenten in Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen. Uitgever ’t Schoor, Heemcentrum voor Udenhout en Biezenmortel, 2019; RAT 565 Invnr. 173 Barend Busnac, Dep. van Oorlog, Dienst Identificatie en Berging, no. 295.
  2. Gemeentearchief Steenwijkerland, Bevolkingsregister Steenwijk 1870-1880, 1880-1890; Noord-Hollands Archief Burgerlijke Stand huw Amsterdam 7.9.1911, akte reg 5F, f26v; Collectie Overijssel 123, invnr. 11501, Burgerlijke Stand geboorten Steenwijk, 13.3.1876 akte 41; Stadsarchief Amsterdam 30238, invnr. 1352 Amsterdam 1964-1994; Stadsarchief Rotterdam 494-03, invnr. 508, Bevolkingsregister Rotterdam 1880; AlleGroningers, Burgerlijke Stand geboorten Usquert 1896, akte 28; Haags Gemeentearchief 335-01 Burgerlijke Stand huwelijken, invnr. 710, akte 47, 18.1.1888; AlleGroningers Burgerlijke Stand overlijden Winschoten 1896, akte 114; Stadsarchief Rotterdam 494-03 invnr. 851-078 Bevolkingsregister Rotterdam 1880; Noord-Hollands Archief Burgerlijke Stand huwelijken Amsterdam, 15.3.1922, akte reg. 4A, f41; Noord-Hollands Archief 358.6, invnr. 1770 Burgerlijke Stand huwelijken Amsterdam 1910, akte Reg 3C f40v; Delpher, Opregte Steenwijker Courant 9.11.1891, Haagsche Courant 5.2.1889.
  3. Delpher: Haagsche Courant 14.1.1889, 5.2.1889 en 16.1.1900, Opregte Steenwijker Courant 9.11.1891, Het Nieuws van den Dag 2.7.1891; Hoornsche Courant 12.8.1906 en 17.8.1906; Nieuwsblad van het Noorden 3.10.1896; Recht voor allen, 12.2.1893; Rotterdamsch Nieuwsblad 17.8.1904; Nieuwsblad van het Zuiden 6.12.1940, 11.1.1941, De Grondwet 7.7.1941; Stadsarchief Amsterdam 30238, invnr. 1352 Amsterdam 1964-1994; https://www.joodsmonument.nl/nl/page/37725/fran%C3%A7ois-busnac; Stadsarchief Amsterdam 5268, invnr. 2588 Patiëntenregisters.
  4. https://www.annefrank.org/nl/timeline/55/rassenwetten-van-neurenberg/; https://www.joodsmonument.nl/nl/page/614/jew; http://www.busnach.nl/descendants/pafg16.htm; Noord-Hollands Archief 358.6, invnr. 1770 Burgerlijke Stand huwelijken Amsterdam 1910, akte Reg 3C f40v; RAT 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg, akte 28, 28.5.1943 (1950); RAT 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg, akte 182, 14.5.1943 (1950); RAT 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg, akte 1084, 14.5.1943 (1950); Stadsarchief Amsterdam 30238 invnr. 967 Registratie Amsterdam 1939-1960; Joods Monument, Over François Busnac. Biografie 7 april 2016 door redactie Joods Monument; Ad van den Oord, De Kleine Meijerij 55 (2004) 45-48; Jos Denissen, Robert Busnac, monument voor een gebroken leven, Stichting Oorlogsverhalen, z.d.; Haags Gemeentearchief 0335-01, invnr. 1845, overlijdensregister Den Haag, akte B2156; http://www.busnach.nl/descendants/pafg12.htm; Stadsarchief Amsterdam 30238, invnr. 1352 1964-1994; Archief Apeldoorn Bevolkingsregister Apeldoorn deel 278, blad 1808.
  5. RAT 484 Inventaris archief gemeentebestuur Tilburg nr. 4250; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr. 2, 2019; Delpher, Algemeen Handelsblad 26.5.1944; Delpher, Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944.
  6. Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; BHIC 550 Burgerlijke Stand Geboorten Eindhoven akte 69; RAT 16 Burgerlijke Stand Huwelijken Tilburg akte 167; RHCE Bevolkingsregister Eindhoven 1900-1920, f63; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (OpenArch) Bevolkingsregister Eindhoven 1921-1938; RAT 565, Inventaris 96, A.J.M. van Beek; RAT 410 Bidprentjes; https://wikimiddenbrabant.nl/Laura_de_Paepe.
  7. RAT 16 Burgerlijke Stand Tilburg geboorten akte 1250, 12.9.1907; RAT 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910, dl1516, f140; RAT 1182, Collectie adresboeken Tilburg, Adresboeken 1934, 1937, 1943, 1948, 1953, 1958, 1963; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018.
  8. Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr. 2, 2019.
  9. RAT 565, Inventarisnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg. 30 november 1945; Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4, Tilburg 2002; Rob van Putten, Vier verzetstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2 (2018); B.J. van Spaendonck, Genealogie en familiegeschiedenis van Spaendonck 1350-2006, Stichting Joannes Antonius van Spaendonck, Tilburg, 2007; RAT 565, invnr. 168, Wim Berkelmans, Brief van H. de Jong en M. de Jong-Busnac aan G. Kobes, Tilburg, 21.2.2012.
  10. RAT 565, invnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg. 30 november 1945; Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4, Tilburg 2002; Rob van Putten, Vier verzetstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2 (2018);RAT 565 invnr. 173, Barend Busnac: Brief van H. de Jong aan G. Kobes, 24.3.2003; Joods Monument Barend Busnac Additional Information, 29.6.2020; https://nl.findagrave.com/memorial/204748246/heintje-theeboom.
  11. RAT 565, invnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg. 30 november 1945; Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4, Tilburg 2002; Rob van Putten, Vier verzetstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2 (2018); Delpher; Nieuwsblad van het Zuiden 26.5.1984; Henk Peters, Oorlogsmonumenten in Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen. Uitgever ’t Schoor, Heemcentrum voor Udenhout en Biezenmortel, 2019.
  12. Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4, Tilburg 2002; RAT 565 invnr. 173, Barend Busnac: Brief van H. de Jong aan G. Kobes, 24.3.2003; RAT 565 Invnr. 173 Barend Busnac, Dep. van Oorlog, Dienst Identificatie en Berging, no. 295; RAT 565 Invnr. 173 Barend Busnac; Politiedagrapport 26/27 Januari 1944.
  13. Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr. 2, 2019; Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4, Tilburg 2002; RAT 565, Inventaris 96, A.J.M. van Beek; RAT 565 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832; RAT 565 invnr. 173, Barend Busnac: Brief van H. de Jong aan G. Kobes, 24.3.2003.
  14. B.J. van Spaendonck, Genealogie en familiegeschiedenis van Spaendonck 1350-2006, Stichting Joannes Antonius van Spaendonck, Tilburg, 2007; https://www.jewishvirtuallibrary.org/tilburg-lynching-trial-june-1946; https://beeldbankwo2.nl/nl/beelden/detail/d827848c-0259-11e7-904b-d89d6717b464/media/0f07119b-b7c8-c348-3adb-6b24561d02f9; Law reports of trials of war criminals. Selected and prepared by the United Nations War Crimes Commission. Volume XI. London 1949; https://wikimiddenbrabant.nl/Pulskens,_Jacoba_Maria#Juli_1944; RAT 565 Invnr. 173 Barend Busnac, Dep. van Oorlog, Dienst Identificatie en Berging, no. 295; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr. 2, 2019.
  15. https://www.concentratiekampen.eu/; https://www.gedenkplaats-haaren.nl/; https://www.oorlogsbronnen.nl/thema/Kamp%20Haaren; https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/zoeken/952/haaren-monument-in-het-voormalig-grootseminarie; Archieven.nl, 250j Gijzelaarskampen (NIOD); https://gedenkplaats-haaren.5701crossmedia.nl/wp-content/uploads/2023/03/25-Johannes-Wilhelmus-van-Eijk.pdf.
  16. https://www.gedenkplaats-haaren.nl/collectie/verhalen/polizei-und-untersuchungs-gefangnis/; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; von Freitag Drabbe Kunzel, Het recht van de sterkste. Duitse strafrechtspleging in bezet Nederland, Amsterdam, Bert Bakker, 1999; Mededeling van de höhere SS-und Polizeiführer Nordwest, in Delpher, Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr. 2, 2019; Delpher, Algemeen Handelsblad 26.5.1944; Delpher, Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; NA 2.19.255.01 408A, Persoonsdossier OGS Carolus Wilhelmus Johannes Aarts; Arolsen ITS 6.3.1.1. KL Herzogenbusch - Kaart Carolus W.J. Aarts; Archief Kamp Vught, Registratiekaart 250G, Carolus W.J. Aarts; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; oorlogsbronnen.nl; RAT 565, Inventarisnr. 37 Documentatie Fusillade Drunense Duinen: Tilburgsche Courant, 5.6.1945.
  17. Delpher; Algemeen Handelsblad 26.5.1944; Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; RAT 565, Inventarisnr. 214 H.A.A.P. Verbunt: Gezinskaart 1921-1939, 64/954; PK oud 64/954 Verbunt; Burgerlijke Stand Overlijden Tilburg 26.5.1944; Tweede Kamer, Erelijst Gevallenen 1940-1945, f7307; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; http://www.4en5mei.nl/herdenken-en-vieren/oorlogsmonumenten/monumenten_zoeken/oorlogsmonument/2716; https://www.gedenkplaats-haaren.nl/collectie/verhalen/polizei-und-untersuchungs-gefangnis/; Delpher, Algemeen Handelsblad 26.5.1944; Delpher, Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr. 2, 2019; RAT archief 565, invnr. 37 Documentatie Fusillade Drunense Duinen: Brief van de Burgemeester van Drunen aan de Burgemeester van Bergen op Zoom, 6.11.1945; Delpher; Nieuwsblad van het Zuiden 30.5.1964; RAT 565, Inventaris van de collectie documentatie Tilburg 1940-1945, 1949-1995.
  18. Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; https://erfgoedtilburg.nl/nieuws/spectaculaire-plechtigheid-om-verzetsmensen-te-eren-met-een-straatnaam/.
  19. RAT 565, Inventarisnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg, 30 november 1945; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr. 2, 2019; Nationaal-Socialistische Almanak 1943, Uitgegeven in opdracht van de Organisatieleider NSB, Maliebaan 35, Utrecht.
  20. RAT 565, Inventarisnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg, 30 november 1945; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr. 2, 2019.
  21. RAT 565, Inventarisnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg. 30 november 1945.
  22. RAT 1182, Collectie adresboeken Tilburg, Adresboek 1943; Delpher, Volk en Vaderland, 5.2.1943 - Fr.H.M. Ouwerling. De man die zichzelf vormde; https://www.oorlogsbronnen.nl/thema/Volk%20en%20Vaderland.