Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jan van Arendonk

Al in 1832 werd het pand op het huidige Korvelplein 207 omschreven als de schoenmakerij en leerlooierij van A. van Arendonk. In 1884 volgde Cornelis Joannes (Jan) van Arendonk zijn vader Cornelis op in de zaak, waar destijds nog maar drie ambachtslieden werkten. Jan verhuisde het bedrijf in 1894 naar de Korvelseweg en zou het daar in enkele jaren uitbouwen tot een van de grootste schoen- en leerfabrieken in Nederland. In 1897 ontving Van Arendonk het predicaat Hofleverancier en stond vanaf toen een tijd te boek als Koninklijke Stoom-Schoenfabriek J. van Arendonk. In 1899 werkten er al tachtig mensen. Het bedrijf, dat later de naam Jan van Arendonk’s Schoen- en Lederfabrieken kreeg, werd aan de achterzijde van de Korvelseweg aanzienlijk uitgebreid in de omgeving van de Nieuwstraat. In de toptijd werkten daar ruim 150 personen. In 1929 werd het monumentale fabrieksgebouw aan de Korvelseweg door brand verwoest en werden de activiteiten volledig verplaatst naar de Nieuwstraat. Mede door de internationale concurrentie ging het geleidelijk bergafwaarts en in 1953 werd de productie bij Van Arendonk stopgezet. De fabriek werd overgenomen door de Schiedamse Lederwarenfabriek, die werk voor achthonderd personen in het vooruitzicht stelde. Het complex werd later gesloopt om plaats te maken voor huizen en appartementen. Vanaf 1967 herleefde het begrip Van Arendonk toen een telg uit die familie, Janus van Arendonk, met zijn vrouw een schoenwinkel onder die naam begon in Breda. Het bedrijf kreeg later ook filialen in Den Bosch, Tilburg, Groningen en Eindhoven. Het echtpaar werd opgevolgd door hun zoon Marc en dochter Danielle.