Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Aerts, Arnold Johannes Hubert

Monseigneur Aerts
Mgr. Joannes Aerts. Foto: H. van der Schoot, collectie Regionaal Archief Tilburg
Volledige namen Arnold Johannes Hubert Aerts
Geboortedatum 03-02-1880
Geboorteplaats Swolgen
Adres Klooster Rooi Harten, Bredaseweg 204
Woonplaats Tilburg
Beroep Apostolisch Vicaris van Nederlands Nieuw Guinea
Overlijdensdatum 30-07-1942
Plaats van overlijden Langgoer, Kei-eilanden (Molukken)
Bijzonderheden Monseigneur Aerts en 12 van zijn missionarissen zijn geexecuteerd door de Japanse bezetter

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers


Aerts, Arnold Johannes Hubert (geb. Swolgen 03-02-1880, gest. 30-07-1942 Kei-eilanden) Apostolisch Vicaris van Nederlands Nieuw Guinea. Hij was een zoon van Antoon Hubert Aerts (1845-1899) en Anna Elisabeth Petronella Baltesen (1843-1919). Aerts overlijdt op 30-7-1942 in Langgoer op de Kei-eilanden.

Achtergrond en jeugd

Arnold Johannes Hubert Aerts wordt op 3 februari 1880 geboren in Swolgen, gemeente Meerlo. Hij is de zoon van landbouwer Antoon Aerts en Anna Baltesen. Zijn ouders trouwen in 1875 in Sambeek. Het Rooms-Katholieke echtpaar Aerts-Baltesen krijgt acht kinderen: twee dochters en zes zonen. Arnold is het derde kind. Vier van de acht kinderen overlijden voordat ze meerderjarig zijn. Vader Antoon is tot 1887 lid van de gemeenteraad van Meerlo.[1]

Aerts verlaat in 1893 het ouderlijk huis. Op 26 september 1893 gaat hij in Tilburg naar de Apostolische School (kleinseminarie voor jongens van 12 tot 16 jaar). Deze school zit in het klooster van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus, Bredaseweg 204. Een congregatie is een vrome vereniging om het katholieke leven in gezinnen en samenleving te bevorderen. In augustus 1899 vertrekt hij naar Arnhem. In 1905 is hij terug in het klooster in Tilburg, waar hij leraar aan de Apostolische School wordt. Datzelfde jaar ontvangt hij als pater de priesterwijding. In de periode 1908-1909 verblijft hij in Asse-Walfergem (B), waar zijn congregatie aan de Brusselsesteenweg een klooster heeft met een seminarie, ‘Klein Liefdewerk’. Begin augustus 1909 is hij terug in het klooster in Tilburg. Vanuit Tilburg vertrekt hij eind september 1909 naar de Filipijnen, waar zijn congregatie een jaar tevoren met missiewerk is begonnen. In 1920 gaat hij vanuit de Filipijnen weer naar zijn klooster in Tilburg. Datzelfde jaar ontvangt hij in Tilburg in de kerk van St. Anna de bisschopswijding. Op 26 april 1921 vertrekt Aerts, door zijn bisschopswijding voortaan aangesproken als Monseigneur, naar Langgoer op de Kei-eilanden. Monseigneur Aerts zal tot aan zijn dood in Langgoer blijven werken.[2]

Congregatie Missionarissen van het H. Hart van Jezus

Het klooster van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus op Bredaseweg 204 is bekend als het missiehuis van de ‘Rooi Harten’. De missionarissen droegen een vignet met een rood hart op hun habijt – vandaar de naam. De congregatie is in 1854 in Frankrijk gesticht door pater Jules Chevalier met als doel de verering van het Heilig Hart van Jezus en de verspreiding van de verering. De verspreiding gaat via onderwijs, gezondheidszorg, prediking en missie. Rond 1880 vestigt de congregatie zich in Nederland, eerst in Huize Gerra in Haaren en vervolgens in Tilburg. Aanvankelijk zit de congregatie in Tilburg in een oude wollenstoffenfabriek bij het Wilhelminapark. Daarna betrekt de congregatie het missiehuis aan de Bredaseweg. Het missiehuis is ontworpen door architect Hubert de Beer (1844-1898), met bijdragen van Pierre Cuypers (1827-1921), in 1890 wordt het ingewijd. Vanaf 1894 wordt het missiehuis het bestuurscentrum van de noordelijke provincie van de congregatie. Vanuit het missiehuis zijn talrijke paters en broeders uitgezonden naar overzeese missiegebieden, onder wie Monseigneur Aerts.[3]

Missiehuis van de ‘Rooi Harten’, Bredaseweg 204
Bron: Collectie Regionaal Archief Tilburg

Missie

Vanaf het midden van de negentiende eeuw is vanuit Tilburg een groot aantal missies ondernomen. Het doel van deze missies is mensen met een andere religie te bekeren tot het christelijk geloof. Protestanten spreken over zending, Rooms-Katholieken over missie. Tilburg ontwikkelt een omvangrijke missie-infrastructuur. Centra daarvan zijn onder andere de Fraters van Tilburg, de Paters Oblaten, de Kapucijnen, de Fathers van Mill Hill (De Rooi Pannen) en de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus. Deze laatste congregatie, waarvan Monseigneur Aerts lid is, krijgt in 1881 van de Paus opdracht missiearbeid te verrichten. De congregatie heeft van het begin van de 20e eeuw tot de Tweede Wereldoorlog broeders en paters als missionarissen uitgezonden naar het toenmalige Nederlands-Indië (Molukken 1902; Celebes 1919; Midden-Java 1921), Nieuw Guinea (1902), Oceanië (1905), de Filippijnen (1908) en Brazilië (1911).[4]

Zendingskaart ca 1930, Kei-eilanden omcirkeld
Kaart Kei eilanden.jpg
Bron: Vrije Universiteit Amsterdam (P. Noordhoff)

In 1902 wordt de apostolische prefectuur Merauke voor Nederlands Nieuw Guinea opgericht. Onder deze apostolische prefectuur (een pauselijk missiegebied) vallen ook de Molukken. Het bestuur van de prefectuur wordt toebedeeld aan de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus. De hoofdzetel komt in Langgoer, op de Kei-eilanden. In 1920 wordt de apostolische prefectuur verheven tot apostolisch vicariaat (zo’n vicariaat is geen bisdom, maar kan het worden). Monseigneur Aerts wordt het hoofd; hij is in Tilburg in 1920, het jaar van zijn bisschopswijding, benoemd tot apostolisch vicaris van het vicariaat. Vanuit Langgoer krijgt hij de leiding over 59 missionarissen van zijn congregatie; 36 Priesters en 23 Broeders. In de Tweede Wereldoorlog zijn door de congregatie geen missionarissen uitgezonden.[5]

De missionarissen van het Heilig hart van Jezus richten in Langgoer een communiteit (een leefgemeenschap) voor de missie op. Dit doen zij samen met de zusters van de missiecongregatie Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. Het terrein van de communiteit krijgt in de loop der jaren onder meer een kerk, hospitaal, internaat en een werkplaats, woongebouwen, en scholen. Een foto uit 1922 toont een deel van de communiteit. Een van de scholen is een goeroeschool - een opleidingsschool voor Katholieke onderwijzers voor het vicariaat. Een goeroe is een inlandse onderwijzer-catechist. In 1940 werken in Langgoer 9 priesters, 16 broeders en 23 zusters.[6]

Japanse bezetting

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Nederlands-Indië komt onder Japans bewind te staan, zo ook de Kei-eilanden waar Monseigneur Aerts zit. Omdat Japan Nederlands-Indië wil opnemen in een nieuwe Aziatische politieke en economische orde, moeten alle westerse invloeden worden uitgebannen. Een van de maatregelen daartoe is de onmiddellijke internering van Nederlandse burgers in burgerkampen. Volgens schattingen zijn 100.000-110.000 Nederlandse burgers door de Japanners geïnterneerd, inclusief missionarissen. In 1940 zijn 570 priesters, 1860 zusters en 530 broeders van 58 verschillende ordes en congregaties actief in de missie in Nederlands-Indië. Het grootste deel van hen wordt geïnterneerd; Japan betitelt hun aanwezigheid als gevaarlijk en ondermijnend, omdat zij de christelijke religie verspreiden. Gaandeweg de oorlog worden de leefomstandigheden van de geïnterneerde burgers steeds slechter. In het laatste jaar van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië groeit het aantal sterfgevallen onder hen snel door ziekte, uitputting en ondervoeding. De schattingen van het aantal geïnterneerden dat in de Japanse burgerkampen is omgekomen variëren van 13.000 tot 16.800 personen. Onder hen zijn leden van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus. Leden van deze congregatie komen overigens niet alleen in de kampen om het leven, maar ook daarbuiten.[7]

Missionarissen, in 1942 omgekomen in Langgoer
Geexecuteerde missionarissen Langgur.jpg
Bron: Malukupapua 1942-1945

Overlijden in Langgoer

Op 30 Juli 1942 landen de Japanners op Klein-Kei. Rond vier uur ’s ochtends trekken Japanse soldaten in Langgoer de communiteit van de missie binnen. Zuster Gerardine, dochter van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, schrijft in een brief van 14 september 1945 over de gebeurtenissen. Ze vertelt, samengevat, het volgende: Monseigneur Aerts en de aanwezige paters, broeders en zusters moeten op 30 juli 1942 verzamelen op het plein voor de kapel van het internaat. Daar worden de missionarissen door de soldaten beschuldigd van ophitsing van het volk tegen Japan. De zusters mogen het plein verlaten en naar hun woongebouw gaan – ze vertrekken later om te worden geïnterneerd. In hun woongebouw aangekomen horen de zusters schoten; ze weten dan nog niet wat er is gebeurd. Eind oktober 1942 horen ze in hun interneringskamp dat de missionarissen op 30 juli 1942 geblinddoekt zijn doodgeschoten [op het strand, red.] door soldaten. Schooljongens van de communiteit moeten van de soldaten de lichamen in zee slepen. Daar moeten de lichamen dagenlang blijven drijven, de Japanners dreigen met de doodstraf voor degenen die de lichamen zouden begraven. Na enkele dagen begraaft een aantal mannen en vrouwen toch de lichamen. Daarna komt alsnog toestemming tot begraving.[8]

Dertien missionarissen zijn op 30 juli 1942 in Langgoer doodgeschoten: Monseigneur Aerts, de paters Cornelissen, Berns, Akkermans, Ligtvoet en de broeders Joosten, Peeters, Beijer, Raaymakers, De Rooij, Houdijk, Van Schaik en Folker. Op 2 augustus 1942 wordt in Toeal bij Langgoer een veertiende missionaris doodgeschoten: pater de Grijs.[9]

Oorlogsmonument Mgr. Aertsstraat, Swolgen
Oorlogsmonument-swolgen-1.jpeg
Bron: Landschap Horst aan de Maas

Graf

Monseigneur Aerts wordt begraven in Langgoer. Een onbekend geworden briefschrijver vertelt op 23 augustus 1946 over zijn/haar bezoek dat jaar aan Langgoer. Op het terrein van de communiteit ziet de schrijver dat Monseigneur Aerts is begraven in de tuin van de zusters. Naast zijn graf zijn de andere missionarissen in één kist begraven, nadat hun stoffelijke resten eerder in een voorlopig graf op het strand hebben gelegen. Bij de herdenking op 30 juli 1946 van gebeurtenissen van twee jaar tevoren is, aldus de briefschrijver, ter nagedachtenis een kruis van acht meter hoog en vier meter breed gezegend en vereerd. Het kruis is daarna door een aantal mannen op de schouders genomen en onder gezang op de plaats van terechtstelling op het strand geplaatst.[10]

In Langgoer is aan het strand het Johannes Aerts Pilgrimage Park ingericht, een bedevaartsoord ter nagedachtenis aan de missionarissen en hun dood. In Swolgen is in 1951 op het kerkhof een oorlogsmonument opgericht met daarop ook de naam van Monseigneur Aerts. De straat waaraan het kerkhof ligt heet de Mgr. Aertsstraat.[11]

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

Dit is een selectie van de gebruikte literatuur. In de noten staat alle gebruikte literatuur.

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, Nijmegen 2006.
  • J.F.L.M. Cornelissen, Pater en Papoea, Kok, Kampen 1988.
  • Annalen van O.L. Vrouw van het H. Hart, jrg. 44, 1926, Missiehuis Tilburg

Externe links

Noten

  1. BHIC 50 Burgerlijke Stand geboorten Sambeek 10.10.1843 akte 21; Gemeentearchief Venray Burgerlijke Stand geboorten Meerlo 24.5.1845 akte 22; Gemeentearchief Venray Burgerlijke Stand geboorten gemeente Meerlo 3.2.1880 akte 5; BHIC Burgerlijke Stand huwelijken 4.6.1875 akte 13; Gemeentearchief Venray Burgerlijke Stand overlijden Meerlo 5.6.1899 akte 14; Gemeentearchief Venray Burgerlijke Stand overlijden Meerlo 30.5.1919 akte 26; Gemeentearchief Venray Bevolkingsregister Meerlo (Swolgen en Tienray) 1860-1879 f356; Gemeentearchief Venray Bevolkingsregister Meerlo (Swolgen en Tienray) 1879-1917 f364; Delpher Venloos Weekblad 23.7.1887; Delpher Le Courrier de la Meuse 25.7.1881.
  2. Gemeentearchief Venray Bevolkingsregister Meerlo (Swolgen en Tienray) 1879-1917 f364; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1890-1900 f8; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f18; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f125; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f41; erfgoedkloosterleven.nl/; misacor.nl/geschiedenis/; wikimiddenbrabant.nl/Congregaties; https://www.randkrant.be/; https://aso.martinusasse.be/; Regionaal Archief Tilburg 565 map 222 A.J.H. Aerts; www.bhic.nl.
  3. Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden (Nijmegen 2006); wikimiddenbrabant.nl/Missiehuis_Rooi_Harten; erfgoedkloosterleven.nl; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; misacor.nl/geschiedenis/; wierookwijwaterenworstenbrood.nl/; monumententilburg.nl/; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f125; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f41.
  4. erfgoedkloosterleven.nl/; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; misacor.nl/geschiedenis/; wikimiddenbrabant.nl/Missie; J.F.L.M. Cornelissen, Pater en Papoea, Kok, Kampen 1988; Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, Nijmegen 2006.
  5. erfgoedkloosterleven.nl; J.F.L.M. Cornelissen, Pater en Papoea, Kok, Kampen 1988; kro-ncrv.nl/katholiek/encyclopedie/; Regionaal Archief Tilburg 565 map 222 A.J.H. Aerts.
  6. Karel Steenbrink and Jan Aritonang (eds.), A History of Christianity in Indonesia, Chapter 9, Brill 2008; Annalen van O.L. Vrouw van het H. Hart, jrg. 44, 1926, Missiehuis Tilburg.
  7. indischekamparchieven.nl; tweedewereldoorlog.nl; isgeschiedenis.nl; indischherinneringscentrum.nl; oorlogsbronnen.nl; niod.nl/nl/veelgestelde-vragen/japanse-bezetting-en-pacific-oorlog-cijfers; brabantsegesneuvelden.nl/; brabantserfgoed.nl; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16; erfgoedkloosterleven.nl.
  8. Oorlogsgravenstichting A.J.H. Aerts; https://oorlogsgravenstichting.nl/personen/129877/wilhelmus-antonius-de-rooij; Regionaal Archief Tilburg 565 map 222 A.J.H. Aerts; J.F.L.M. Cornelissen, Pater en Papoea, Kok, Kampen 1988.
  9. Delpher, Indisch Missietijdschrift Jrg 29, 1946 nr. 1, 15.1.1946; oorlogsgravenstichting.nl; Oorlogsgravenstichting F.G.M. de Grijs.
  10. Oorlogsgravenstichting A.J.H. Aerts; Oorlogsgravenstichting Wilhelmus Antonius de Rooij.
  11. keiislands.indonesia-tourism.com/johannes_aerts.html; https://www.landschaphorstaandemaas.nl.