Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

06. Vrouwenorganisaties

In 2013 werd in Rijen LaVie opgericht, een netwerk voor vrouwen vanaf 45 jaar. LaVie = Vrouwen Inspireren Elkaar. Dat gebeurde op een moment dat veel vrouwenverenigingen wegens gebrek aan belangstelling hun activiteiten stopten. LaVie is een regionale club, die succesvol is, maar door corona in 2020 en 2021 (gedeeltelijk) geen bijeenkomsten of uitstapjes kon regelen. Begin 1900 was dat wel anders. Er kwamen toen in alle kernen van Gilze en Rijen meisjes- en vrouwenorganisaties voor vorming, ontspanning en ontmoeting. Door de industrialisatie begin twintigste eeuw kwamen er overal fabrieken waar ook vrouwen en meisjes werkten. Frans Frencken, priester in het bisdom Breda, richtte voor de arbeidersmeisjes de Eucharistische Kruistocht op om geloof en zedelijkheid te behouden. Want, zo vond hij, het werken in de fabriek had ook invloed op hun persoonlijke leven. De meisjes kwamen op het werk in contact met mannen en daardoor via hen ook met danszalen, bioscopen en ruwe taal. Na verloop van tijd werd de naam veranderd in Katholieke Jeugdvereniging. Deze vereniging was onderverdeeld in Zonnekinderen, Katholieke Jonge Meisjes (KJV), Katholieke Jonge Vrouwen (KJV) en de Maria Congregatie voor oudere meisjes en de Jonge Garde. Deelname aan deze verenigingen werd met name door de kerk gestimuleerd. De activiteiten waren in het meisjespatronaat, strikt gescheiden van de activiteiten voor jongens in het jongenspatronaat. In de vijftiger jaren verzorgde de katholieke kerk zelf de cursus ‘Inleiding in het volle leven’. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen deze verenigingen niet meer terug. In Gilze vroeg kapelaan Mouwen als directeur van het meisjesjeugdwerk een vergunning aan voor een klein speeltuintje, alleen voor meisjes. Dit kwam er vanaf 1938 achter het nieuwe raadhuis op Nerhoven. Hij begon met een glijbaan en een schommel. Maar al snel werd dit uitgebreid met een draaimolen, een zweefbaan en een loopton. In de oorlog moest het speeltuintje verplaatst worden naar het sportveld aan de Lange Wagenstraat. Het lag namelijk vlakbij het vliegveld. Daar heeft het jaren gelegen. Later kwamen veel jeugdactiviteiten onder het SKW, Sociaal-Kultureel Werk.

Scouting

Na de oorlog kwamen er overal nieuwe (katholieke) jeugdverenigingen. Voor de meisjes waren dat de Kabouters en de Gidsen. Kapelaan Van Alphen startte in Gilze in 1946 de Margaritagroep, een gidsen- en een kaboutersgroep. Deze Margaritagroep was de eerste meisjesgroep in het bisdom Breda. De belangstelling voor beide groepen was erg groot. De eerste gidsengroep in Rijen startte in 1947, gevolgd door een kaboutersgroep in 1949. Deze Rijense meisjesverenigingen mochten pas beginnen nadat kapelaan Van Mierlo toestemming had gekregen van de kerk. Door verzuiling en ontkerkelijking liepen de ledenaantallen in de zeventiger jaren terug. De landelijke verenigingen (gidsen, kabouters, verkenners en welpen) fuseerden en werden één organisatie, scouting. Scouting bestaat nog steeds. Het zijn nu gemengde verenigingen die geen relatie meer hebben met de kerk.

Mater Amabilisschool

Missienaaikring in Rijen met 2e van links zittend Marie Aarts, 1933

De zorg voor de kleding was vroeger vaak het werk van vrouwen. De lessen op de naai- en knipscholen en bij de naaicursussen werden dan ook door vrouwen verzorgd. Dat startte in Gilze al in 1871 door de zusters. En begin 1900 gingen ook in Rijen veel meisjes en vrouwen ‘op naaien’, vaak bij particulieren aan huis. Maar na de oprichting van de Volkshuishoudschool in 1920 in Rijen, pleitte pastoor Oomen ervoor dat er geen particuliere lessen meer werden gegeven. In beide dorpen waren missienaaikringen, bestaande uit vrouwen, maar gestimuleerd door pastoor en kapelaans. In Gilze nam Marie Mol het initiatief voor een naaikring, in Rijen waren dat Marie Aarts en Colette Hendriks.

Missienaaikring in Gilze met Marie Mol, 1907

En ook op de meisjesscholen werd vroeger veel aandacht geschonken aan handwerken en naaien. Op de gemengde scholen van nu is handwerken geen apart vak meer.

Vanaf ongeveer 1920 zorgden opgerichte vrouwenorganisaties via cursussen voor vorming van vrouwen. Gezinscursussen, politieke vorming, sociale bewustwording, en ook hier knip- en naaicursussen. In 1954 werd in Rijen de Mater Amabilisschool opgericht, een soort levensschool voor meisjes. Katholieke meisjes van 17 – 25 jaar konden hier een tweejarige opleiding volgen. Het was een avondschool. In eerste instantie vooral gericht op wat toen gold als de eigenlijke roeping van meisjes: een goede echtgenote en moeder worden. Langzaam maar zeker werden het meer vormingsscholen en in 1968 gingen de Mater Amabilisschool op in het toen opgerichte VJV (Vormingsinstituut Jong Volwassenen).

Boerinnenbond

De eerste vrouwenorganisatie in Rijen was de Vrouwenbond in 1920. Marie Aarts, ook betrokken bij de missienaaikring en het Wit-Gele Kruis was initiatiefneemster.

In 1933 kwam er in Rijen een vrouwenorganisatie bij, de Boerinnenbond.

25 jaar Boerinnenbond in Rijen, 1958

Van 1936 tot 1946 waren ook de boerinnen uit Hulten hierbij aangesloten. Daarna gingen zij zelfstandig verder. Het doel van de Boerinnenbond was om via cursussen de vrouwen uit hun isolement te halen. De bond in Rijen begon met 38 leden, maar het was snel een grote vereniging. Bij het vijfentwintigjarig bestaan werd er een foto gemaakt. Daar staan meer dan honderd vrouwen op. In het midden van de zestiger jaren werd de Boerinnenbond gesplitst in een afdeling voor jonge boerinnen (Katholieke Plattelands Jongeren) en de oudere boerinnen sloten zich aan bij de KVO (Katholieke Vrouwen Organisatie). Jo Klaassen-van den Heijkant was maar liefst dertig jaar voorzitter van de Boerinnenbond (en KVO), van 1948 tot 1980. In 1973 ontving ze hiervoor een Koninklijke onderscheiding in goud, behorende bij de Orde van Oranje-Nassau. De KVO in Rijen stopte in 2013 omdat er niet genoeg belangstelling meer voor was.

Jo Klaassen-van den Heijkant

Voor de boerinnen in Gilze werd in 1949 ‘Vereniging Heilige Bernadette’ opgericht, een afdeling van de Katholieke Vrouwenorganisatie van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond Tilburg. Doel was contactpunt te zijn voor alle vrouwen uit de agrarische wereld of met een betrokkenheid bij de plattelandssamenleving. Het bestuur bestond natuurlijk uit vrouwen, maar de jaarlijkse kascontrole werd door een man gedaan. De naam werd in 1990 KVO, Katholieke Vrouwen Organisatie. In 2015 kreeg de vereniging weer een andere naam, Vrouwen van Nu. Ook de KVO uit Hulten, ontstaan in 1946, werd in 2015 een afdeling van de landelijke organisatie Vrouwen van Nu. Als Vrouwen van Nu werken ze mee aan de missie om met de kracht van vrouwen de leefomgeving te versterken. Ze adviseren beleidsmakers en ondersteunen ‘vrouwen die het verschil maken’ op de thema’s duurzaamheid, inrichting van leefgebied en sociale leefomgeving. Het archief van de KVO Gilze is overgedragen aan Heemkring Molenheide.

In 1949 kwam in Rijen naast de Boerinnenbond de Katholieke Arbeidersvrouwen. En in de loop der jaren kwamen er nogal wat vrouwenverenigingen bij, die wel strikt gescheiden waren voor katholieke en protestantse vrouwen. Bijvoorbeeld Katholieke Jonge Vrouwen, Vrouwengilde, Nederlandse Christen Vrouwenbond. Deze verenigingen zijn inmiddels allemaal opgeheven.


Tekst: Nel de Wit