Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

59 De Berkhoek

De Berkhoek
Odenhout kaart 59 Berkhoek.jpg
Vroegste vermelding 1482


Beschrijving van de hoeve


De Zeshoeven is een toponiem voor een uitgestrekt gebied dat zowel in Udenhout als in Berkel-Enschot ligt. Het onderzoek naar de oorsprong van de bewoning in de Zeshoeven is lastig omdat het zich over deze twee oude plaatsen uitstrekt. In de bronnen is niet altijd zeker dat Zeshoeven Berkel-Enschot ook daadwerkelijk in het Berkel-Enschot lag, zoals wij dat nu kennen. En andersom.

In het Udenhoutse deel van de Zeshoeven, dat nu Berkhoek heet, lagen in 1832 zeven boerderijen op een rijtje. Als je teruggaat in de tijd zijn dat er nog zes. De verleiding is groot om daar de oorsprong van de naam Zeshoeven in te zien. Helaas liggen er op Berkels grondgebied ook nog drie hoeven, dus valt die verklaring niet vol te houden.

Desalniettemin is de ontginning en ingebruikname van gronden in Berkel waarschijnlijk eerder begonnen dan in Udenhout. Daarom is het niet gek om de hoeven aan de Berkhoek eens onder de loep te nemen en te kijken of er meer over hun oorsprong te vinden is. Aangezien deze hoeven aan de Berkelse kant liggen is het niet denkbeeldig dat dit oude hoeven zijn. Mogelijk zijn ze door Berkelse ondernemende boeren al vroeg in gebruik genomen.

Er is niet van al die zes hoeven evenveel teruggevonden tot nu toe, maar er is een begin te maken. In de bronnen staat als plaatsbepaling bij deze hoeven: bij de kreitenmolen. De toponiemen Zeshoeven en Berkhoek komen in de vroege bronnen niet voor.


1ste hoeve

In de Berkhoek aan de Kreitenmolenstraat ligt er een hoeve die al in 1538 toebehoort aan het convent van Uijlenborch in 's-Hertogenbosch. Dat is geen aangesloten geheel van percelen. Aan de Kreitenmolenstraat ligt naast de hoeve van Uijlenborch nog een hoeve die in 1538 in bezit is van Joannes Steven vanden Amervoert. Deze hoeve ligt tussen twee delen van de hoeve van Uijlenborch in.

In 1506 koopt Jan Stevens vanden Amervoert een stede omtrent der creijtenmolen uit de nalatenschap van Claes Sterts, gelegen tussen de straat en bezit van Herman Loers. Daar ging een opwinningsproces aan vooraf dat al in 1505 was begonnen. De hoeve was 26 lopense groot. In 1482 verkopen Elisabeth en Dirck, kinderen van Claes Sterts, deze hoeve aan Jan Jan Vannis. In die akte staan de vier buren genoemd: Herman Loers en de straat en Stevens Meeus en Jan Jacob Brocken.

Een kleindochter van Jan Stevens vanden Amervoert trouwt met Adriaen Antonis Simon Cruijssen. Hun kinderen verdelen in 1596 de hoeve naast de Kreitenmolenstraat en tussen twee delen van de hoeve van Uijlenborch.

Een akte uit 1503 noemt als buren een goed van Jan Vannis en een goed van Andries Embrechts, priester. Het is verleidelijk te veronderstellen dat het goed van Andries Embrechts naar het klooster van Uijlenborch is gegaan, maar daar is nog geen bewijs van gevonden. Een akte van 8 februari 1525 bevat de eerste vermelding van een hoeve naast het godshuijs vanden marienborch dat lag op Uilenburg in 's-Hertogenbosch. Zoals we al eerder zagen kwamen de hoeven van kloosters na 1648 in handen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Dat was voor deze hoeve in de Berkhoek niet anders.

In 1691, 1704 en 1711 was Adriaen Frens Peters van de Wouw de pachter van de Udenhoutse hoeve van het klooster Uijlenborch. In 1711 is deze hoeve in erfpacht gegeven aan Maria Minten voor een bedrag van 105 gulden per jaar. Zij verkoopt de hoeve in 1717 aan de pachter Adriaan van de Wouw voor 750 gulden.


2de hoeve

Zoals bij de vorige hoeve beschreven was Herman Loers eigenaar van deze hoeve in 1482. Op 30 januari 1503 verdelen de kinderen van Katharina weduwe van Wouter Herman Loers en dochter van Jan Melis de goederen die hun moeder hen overdraagt. Adriaen Goijaert van Vucht, getrouwd met Peterken Wouter Loer, krijgt bij die verdeling een huis en hof, schuur en alle andere gebouwen gelegen bij de Kreitenmolen. Het geheel bedraagt 2,5 mudzaad (circa 5 bunder) en ligt naast een goed van Jan Piggen aan de ene kant en goederen van Andries Embrechts en Jan Vannins aan de andere kant. Overigens bleef in de hoeve van Adriaen van Vucht een kamer en een stukje van de tuin gereserveerd voor schoonmoeder Katharina om haar oude dag in te slijten. Zij krijgt ook een koe die ze daar mag weiden.

Uit de akte van 1506 blijkt deze hoeve eigendom te zijn van Adriaen Goijaert van Vucht en in 1538 is het zijn zoon Wouter Adriaen Goijaerts die de hoeve in bezit heeft. In 1597 verdelen Jan, de zoon van Wouter Adriaen Goijaerts, en Peter Willem Goossens, getrouwd met Elisabeth Wouter Adriaen Goijaerts de hoeve aan de Berkhoek onder elkaar. Bij een eerdere erfdeling in 1582 waren zij samen eigenaar geworden van deze hoeve.


3de hoeve

Jan, zoon van wijlen Claes Piggen en Peter Adriaen Sterts als man van Adriana, dochter van Adriaen Claes Piggen verdelen in 1509 de hoeve van Claes Piggen. De hoeve is drie mudzaad groot (circa 6 bunder). Bij dit bezit hoort nog een stuk land van twaalf lopen gelegen in Berkel. Jan krijgt de helft van de grond met een schuur daarop terwijl Peter het huis en ook een schuur krijgt op zijn deel van de grond. In 1524 is Jan overleden en draagt Mechtelt zijn weduwe, dochter van Herman van Boirden, haar vruchtgebruik in de halve hoeve over aan haar zoon Claes.

De erfgenamen van Peter Adriaen Sterts verdelen de hoeve aan de Berkhoek in 1565 in drieën. Jan Peter Adriaen Sterts krijgt het huis en een mudzaad land en Jan Joost van Iersel en Wijtman Joost van Iersel krijgen samen zes lopense land. Samen is dat 24 lopense land. De helft die Jan Claes Piggen is toebedeeld, komt in bezit van zijn dochter Joanna die getrouwd is met Jan Jan Nauwen.


4de hoeve

Bij een erfdeling in 1494 komen Wouter Wouter Loer en Wijtman Gerit Willems, beiden getrouwd met een dochter van Henric Goossens, samen in bezit van een huis en erf van twintig lopense in Udenhout. Zij verdelen die hoeve in 1506 in twee delen. Wouter krijgt het oostelijk deel en Wijtman het westelijk deel.

Jan Joost van Eersel de jonge, weduwnaar van Henricken dochter van Peter Adriaen Sterts draagt in 1582 de hoeve aan de Berkhoek over aan zijn kinderen Joost en Marie. Joost verkoopt zijn deel meteen door aan Claes Jan Joost Daniels, zijn zwager.


5de hoeve

Goossen vanden Hezeacker wordt genoemd in de delingsakten van 1494 en 1506 van de vorige hoeve als buurman.


6de hoeve

Rond 1600 is deze hoeve in bezit van Robbert Jan Robert Leijnen. Zijn erfgenamen verdelen de hoeve in 1648.

Deze zes hoeven aan de Berkhoek raken in de loop der tijd steeds verder versnipperd. Hoewel het gebied sterk is veranderd door de bouw van huizen en de aanleg van de spoorlijn zijn de oude structuren nog wel te herkennen in het hedendaagse landschap.


De boerderijen van de Berkhoek

59 De Berkhoek
55.2 kreitenmolenstraat 224.jpg
Boerderij Kreitenmolenstraat 224
Kreitenmolenstraat 224

Op de locatie van de oude hoeve de Uijlenborch vinden we de boerderij aan de Kreitenmolenstraat 224, de boerderij van Jan Schapendonk.

Cornelis Schapendonk (Kiske Boerkes) verhuist in 1917 van boerderij de Velden in de Groenstraat naar de boerderij Kreitenmolenstraat 224. De boerderij is afkomstig van zijn schoonouders Johannes Bertens en Adriana Schoenmakers. Bij de erfdeling van de ouders Bertens is de boerderij in 1895 toebedeeld aan zoon Adriaan Bertens, maar die verkoopt de boerderij op17 september 1915 door aan zijn zwager Kiske Schapendonk voor 10.000,- gulden. Inmiddels woont daar al weer de vierde generatie Schapendonk. Boeiend is dat de boerderij al sinds 1753, toen Hendrik Bertens deze kocht, nog altijd wordt bewoond door zijn nazaten.

De in 1934 gesloopte eerste boerderij rechts in de Berkhoek

Eveneens onderdeel van de oude hoeve van Uijlenborch was een boerderij helemaal vooraan rechts aan de Berkhoek, misschien maar honderd meter achter de boerderij van Schapendonk. Die hoeve is bij het begin van het kadaster in 1832 eigendom van de weduwe van Adriaan Heijliger Verhoeven. De boerderij gaat eerst over op haar dochter Maria, gehuwd met Petrus Vermeer, daarna op hun zoon Franciscus Vermeer en in 1917 op diens zoon Marinus Vermeer. Op donderdagavond 20 oktober 1932 voltrekt zich een ramp. De boerderij brandt tot de grond toe af. Het vuur is ontstaan door hooibroei in de volgepakte schuur. Het staat de volgende dag uitvoerig in de Nieuwe Tilburgse Courant (Tilburgsch Dagblad). De brandweer kon niet anders dan voorkomen dat ook de boerderij van Schapendonk in vlammen zou opgaan. In de krant staat ook vermeld dat er de kinderen De Bresser wonen en dat de boerderij eigendom is van de familie Vermeer uit Haaren. Het puin wordt opgeruimd en er wordt geen nieuwe boerderij gebouwd. In 1934 wordt het perceel samengevoegd met een naastgelegen perceel en staat vanaf dat moment bij het kadaster te boek als een boomgaard. Het perceel blijft eigendom van de familie Vermeer tot in 1972, wanneer zij hun grond in de Berkhoek verkopen aan de provincie ten behoeve van de ruilverkaveling. De laatste huurder van de boerderij – tot aan 1932 – was de familie De Bresser.

Berkhoek 2

Ook boerderij Berkhoek 2 staat er niet meer. Berkhoek 2 is bij het begin van het kadaster eigendom van Peter Koolen en zijn zus Johanna Koolen, gehuwd met Anthony Smetsers. In 1875 verkopen zij hun boerderij aan de weduwe Francijna Bertens – Verhoeven. In 1887 verkopen Josephus, Petronella en Johannes, de drie kinderen van de weduwe Francijna Bertens – Verhoeven, het bezit aan Henrica Brekelmans, de weduwe van Petrus Verhoeven. In 1909 worden haar kinderen, de vrijgezel Willem Verhoeven en zijn zus Francijns Verhoeven, in 1912 gehuwd met Hendrikus Bergmans, eigenaar. In 1953 overlijdt de weduwe Francijna Bergmans –Verhoeven. Ze woont dan al een aantal jaren niet meer in de Berkhoek en heeft haar woning verkocht aan de overbuurman Pieter Verhoeven. Aanvankelijk heeft die de woning nog verhuurd, onder andere aan de familie Van Erp – Van Rijsewijk. De woning raakte versleten en verouderd, is nog even als stal gebruikt, maar daarna – nadat de twee schuren nog gediend hebben voor een oefening van de brandweer – gesloopt.

Berkhoek 3

Van Berkhoek 3 is bij het begin van het kadaster in 1832 Jan Peter Brekelmans eigenaar. In 1861 koopt Peter Petrus Verhoeven de boerderij. Peter Verhoeven is dan getrouwd met Wilhelmina Heijmans, die eerder was getrouwd met Laurens Bekkers, eigenaar van Berkhoek 4. Wilhelmina Heijmans overlijdt in 1863 en Peter hertrouwt in 1864 op zijn 61ste met de 24-jarige Henrica Brekelmans uit Haaren. Samen krijgen ze nog zes kinderen, waarbij Petrus al was overleden bij de geboorte van zijn jongste dochter in 1877. Van de kinderen zijn er twee op hele jonge leeftijd overleden, blijft zoon Willem vrijgezel en gaat dochter Johanna na haar huwelijk met Adrianus van Rijswijk boeren in Berkel. De twee andere kinderen blijven in de Berkhoek. Adriaan Verhoeven huwt Francina Bertens en komt te wonen op Berkhoek 3. Francijna Verhoeven trouwt Hendrikus Bergmans en komt met haar vrijgezelle broer Willem te wonen op de door haar moeder aangekochte boerderij Berkhoek 2. Adriaan Verhoeven en Francijna Bertens krijgen drie kinderen, waarvan een jong is overleden. De zonen Petrus en Johannes trouwen met twee zussen Christina en Miet Mulders uit Moergestel. Johannes Verhoeven en Miet Mulders boeren in Moergestel, Pieter Verhoeven en Christina Mulders blijven op de boerderij in de Berkhoek. Zij bouwen een nieuwe boerderij aan de overzijde van de weg. In oktober 1935 staat de aanbesteding ervan aangekondigd in de Nieuwe Tilburgsche Courant. De nieuwe boerderij heeft nu het adres Berkhoek 1. Zoon Piet huwt Trees Burgmans en bewoont nu de boerderij.

Op het huidige adres Berkhoek 3 wonen nu Ad en Elly van Esch – Vermeer.

De boerderij van Kobus van Roessel

De derde verdwenen boerderij is die op het adres Berkhoek 4. Aan een pad met een eigen overweg, dat destijds doorliep langs het huidige voetbalveld en zo door naar de Kastanjelaan en de Van Heeswijkstraat, stond de boerderij van Kobus van Roessel, waar in 1899 de Boerenleenbank en in 1902 de Boerenbond zijn opgericht. In 1832 telt de boerderij drie eigenaars, te weten Laurens Bekkers, Maria Verhoeven en Petrus Verhoeven. In 1882 komt de boerderij in handen van Wilhelmina Verhoeven, de weduwe van Franciscus van Roessel, daarna van haar zoon Kobus van Roessel. Hij bouwt de woning op de hoek van de Kreitenmolenstraat en de Sportlaan, waar nu een apotheek is gevestigd. Na zijn verhuizing naar de Kreitenmolenstraat komt Adrianus van Zon en zijn gezin als huurder op de boerderij in de Berkhoek. In 1938 wordt zoon Willem van Roessel eigenaar, die dan al in Helvoirt woont. In de zomer van 1941 brandt de boerderij af na blikseminslag, waarna er in het kadaster van 1945 het woord bouwval staat vermeld. In 1963 gaat het bezit over van Willem van Roessel op zijn zoon Jan van Roessel, getrouwd met Annie Kolen en wonend in de Winkelsehoek. Jan verkoopt (gedeeltelijk door ruiling) het bezit aan Piet Schapendonk, Kreitenmolenstraat 224.

59 De Berkhoek
55.7 berkhoek van den bersselaar.jpg
Berkhoek 5 van de familie Van den Bersselaar.


59 De Berkhoek
55.8 Berkhoek Nelis Bertens Jos Bertens Martien Bertens (1).jpg
Berkhoek 7/8 van de familie Bertens.


59 De Berkhoek
55.9 bertens-van de pas berkhoek.jpg
Foto uit 1916 van de familie Bertens-van de Pas uit de Berkhoek. Achterste rij vlnr:Tina, vader Tinus, Willem, moeder Adriana met Jos op haar schoot, de meid Bet van der Velden en Jan (later voorzitter van de Boerenbond). Voorste rij vlnr: Nelis, Mien en Anna.
Berkhoek 5 en 6

De huidige woningen Berkhoek 5 en 6 waren oorspronkelijk één hoeve, in 1832 bij de start van het kadaster eigendom van Cornelis Heijliger Verhoeven. Vervolgens is zijn dochter Maria, getrouwd met Johannes van den Hout, eigenaar en daarna hun dochter Wilhelmina, die trouwt met Wilhelmus Verkuijlen. In 1919 komt de boerderij in de verkoop. Koper is Johannes van den Bersselaar en de boerderij komt voor zeventwaalfde deel op zijn naam staan en voor eentwaalfde deel op elk van zijn zonen Johannes, Adrianus en Antonius en op Adrianus Bertens en Cornelis van de Zanden. Vervolgens zijn Johannes van den Bersselaar en Martinus Bertens samen eigenaar, later Jan van den Bersselaar en Willem (zoon van Martinus) Bertens. In 1954 volgt de splitsing van de hoeve: Jos van den Bersselaar op Berkhoek 5, Willem Bertens op Berkhoek 6, waar thans zijn zoon Jan Bertens woont.

Berkhoek 7 en 8

In 1829 staat de boerderij in de erfenis van het echtpaar Jan Bertens en Adriana van Iersel. De boerderij komt in handen van hun zoon Martinus en staat dan beschreven als een bouwmanshuis met schuur, schop en aangelegen erf inclusief het naastgelegen Pezeweike. In 1897 is zijn zoon Christiaan Bertens eigenaar en in 1927 zijn zoon Tinus Bertens. In dat jaar vraagt hij vergunning aan om de oude woning te slopen en er een nieuwe boerderij te bouwen, een woning met een Franse kap met daaraan aan de achterzijde vastgebouwd het stalgedeelte. Later is de woning in twee woongedeelten gesplitst voor twee zonen van Tinus Bertens, Nillis (inseminator) en Jos (op de boerderij).


Aanvullend onderzoek 2020

Aan de kant van de Berkhoek, langs de Kreitenmolenstraat, ligt de hoeve Uijlenborch met percelen die niet aaneengesloten aan elkaar liggen. Sommige percelen liggen aan de overkant van de Kreitenmolenstraat in de Achthoeven. Deze hoeve stamt uit de nalatenschap van Henric Gosens en komt in 1492 in handen van Lijsbeth van Dijck, weduwe van Claes de Beer. Bij deze erfdeling blijkt dat deze hoeve eerder in bezit was van Henrick vande Staeck. In 1487 is er op dit bezit een erfpacht van 1 mud rogge gevestigd ten behoeve van de dochters van Henric vande Staeck, genaamd Juet en Met. Op 1 oktober 1487 maken Henric Henric vande Stake en Marie dochter Goeijaert Jacops een testament, waarbij Claes Beren, Willem van Stake en Henric vander Heijen hen hebben geadviseerd. Hij belooft aan Claeus Jan Beeren (1)½ mud rogge uit een huis, hof etc van 8 lopen in Udenhout en een beemd in biesmortel. Lijsbeth van Dijck hertrouwde met Dirk Sappeels en zij verkopen in 1498 deze hoeve aan Andries Emmen Embrechts.

Andries Emmen was priester en hij draagt deze hoeve in 1507 over aan het klooster van Uijlenborch in ‘s-Hertogenbosch. Zijn natuurlijke dochter Aleidis was ingetreden in dat klooster en hij schenkt haar dit goed. Waarschijnlijk om haar daar mee in te kopen in dat klooster. Kloosterlingen mochten in het algemeen geen aardse bezittingen hebben. Dergelijke schenkingen vervielen daarom automatisch aan het klooster. Vanaf dat moment verpacht het klooster de hoeve. De opbrengsten komen vervolgens ten goede aan het klooster en de kloosterlingen.


Huidige bewoning


Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woningen Kreitenmolenstraat 224, Berkhoek 3, Berkhoek 5 en Berkhoek 7/8.


Bronvermeldingen


Brabants Historisch Informatie Centrum, Ontvangers der belastingen en rentmeesters, inv.nr. 187 f. 3-3v (1717).
Nationaal Archief, Archief van de Raad van State, inv.nr. 2167 I (1704); inv.nr. 2465 f. 13 (1691).
Regionaal Archief Tilburg, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 188 f. 2 (1482); inv.nr. 199 f. 13-13v (1494); inv.nr. 210 f. 21v (1506) en 26v (1506); inv.nr. 213 f. 17v (1509); inv.nr. 228 f. 20 (1524); inv.nr. 229 f. 9 (1525); inv.nr. 242 f. 19 (1538); inv.nr. 269 f. 8v (1565); inv.nr. 283 f. 10v-12v en 24b (1582); inv.nr. 286 f. 8v (1591); inv.nr. 291 f. 54-56 (1596); inv.nr. 292 f. 5v-6v (1597); inv.nr. 342 f. 23v-27v (1648); inv.nr. 468 f. 90-92v (1711); inv.nr. 411 f. 113-114 (1717).
- Toelichting cijnsregister.