Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

44 Nollekens hoeve

Nollekens hoeve
Odenhout kaart 44 Nollekenshoeve.jpg
Vroegste vermelding 1380
Vroegst bekende eigenaar Reijner Palart
Vroegst bekende pachter Tielman die Vette (1422)


44 Nollekens hoeve
12.4 foto 4.JPG
Groenstraat 117, middels met een afwijkende kleur pannen voorzien van de naam Balenshuis.


44 Nollekens hoeve
43.2 Groenstraat Jan Brekelmans Gerardus B Gebr Brekelmans.jpg
De inmiddels gesloopte boerderij Groenstraat 119.


44 Nollekens hoeve
43.8 Groenstraat 121-127.JPG
Ter plaatse van Groenstraat 121-127 stond "de boerenhoeve met de herenhuijsinge"van Francois van Balen.

Beschrijving van de hoeve


In 1381 wordt de nalatenschap van Reijner Palart en zijn vrouw Metta, dochter van Bruijsten van Oisterwijck, verdeeld onder de erfgenamen. Zoon Bruijsten krijgt de helft van een hoeve bij de Kreitenmolen (hoofdstuk 57). De dochters van Reijnier en Metta, Mechtildis, getrouwd met Jan Aert Nollekens, en Catharina, getrouwd met Aert Screijmaker, krijgen een hoeve die ligt tussen een goed van Gielis van Goerle en een erf van Peter Vannijs. Gielis van Goerle is in die periode de leenman van het Harens Broek. Dat maakt de plaats van deze hoeve eenvoudig te bepalen: rechts van het Harens Broek aan de Groenstraat. De hoeve loopt door tot aan de Brandsesteeg. Daarnaast ligt een goed van Peter Vannijs. Nollekens hoeve is lange tijd in het bezit van één persoon gebleven en daarna in twee delen verdeeld. Aan de kant van het Harens Broek worden ook percelen verkocht. Al in 1380 verkopen de kinderen van Reijnier Palaert vier bunder beemd tussen hun eigen hoeve en het Harens Broek aan Herman van den Ham.

In 1410 komt de hoeve in bezit van Reijnier Nollekens, zoon van Jan Nollekens en Mechtelt. Hij was getrouwd met Aleidis Gooswijn Moedel vande Steenwech. De kinderen van Reijner Arnold Kreij Screijmaker verkopen dan hun helft, die ze van hun vader hebben geërfd, aan Aleid, de vrouw van Reijner Nollekens. Deze hoeve moet een cijns betalen aan het cijnsboek van Malois, verbonden aan de hoeve van Jan Volkaert. De hoeve kennen we beter als de Vorselaar. De cijns bedraagt negen oude groten, drie (nieuwe) groten en twaalf penningen. Uit deze hoeve wordt geen cijns betaald aan de hertog. Dat is jammer, want daardoor is een vroegere eigenaar minder eenvoudig te vinden. Het is opvallend dat uit deze hoeve geen cijns aan de hertog van Brabant wordt betaald en dat het ook geen leengoed is. De overige goederen aan die kant van de Groenstraat zijn leengoed of cijnsplichtig.

Achterstallige betaling van cijnzen en pachten leidt in het vervolg van de 15de en begin 16de eeuw tot een aantal opwinningsprocessen waarbij telkens eenderde van deze hoeve in het geding is. Een akte uit 1502 spreekt voor het eerst van een hoeve die men heijt nollekens hoeve. in die akte is een inventaris gemaakt van de beesten op die hoeve. Het gaat om de helft van alle beesten. Het is gebruikelijk dat een pachter aan het begin van zijn pachtperiode zijn beesten meenam naar de boerderij en aan het eind de helft weer mee mocht nemen. In dit geval bestaat de helft van de veestapel uit twee trekossen, twee stieren van drie jaar, vier kleine stieren van twee jaar, vier koeien, een varken, twee kalveren en een merrie. De hoeve is op dat moment van Claes van Waelhoeven.

In 1503 is er een pachtcontract opgesteld in herberg die Ploech in Oisterwijk tussen jonker Claes van Waelhoven en Jan Meeus zijnen laet. Het pachtcontract loopt vier jaar. Naast de gebruikelijke afspraken over levering van de pacht en betalingen staat er ook in dat joncker Claes die huijsinge [zal] repareren die vervallen is.

In 1507 is Antonis Berchmans de nieuwe eigenaar van Nollekenshoeve. Hij overlijdt kort daarna want in 1510 is Jan Berchmans de eigenaar. Hij verpacht de hoeve in 1512 aan Adriaen Willem Gerits en in 1515 aan Ghijsbrecht Melis Art Meliss. Die blijft pachter tot 1525 waarna Wouter Thonis vande Loe de nieuwe pachter wordt.

Later in de 16de eeuw komt Nollekenshoeve in handen van de familie Van Balen. Jacob van Balen verwerft de hoeve in 1588 van Peter van Balen. In 1645 wordt de hoeve verdeeld tussen Peter Emons en de erfgenamen van Jacob van Balen. Het deel van Peter Emons komt later in handen van de familie Van Broeckhoven. Op 21 april 1682 koopt Adriaen Laurens Coolen de helft van Nollekenshoeve van Gaspar de Voogt, echtgenoot van vrouwe Izabelle Rogier van Broekhoven. Daarmee komt dit deel van de hoeve in Udenhoutse handen.

Ruim een eeuw later, in 1792, verkopen de erfgenamen van Franciscus van Balen in een publieke verkoping de andere helft van de hoeve aan een hele rits Udenhouters. Namens de familie handelen twee zussen, Maria Catharina van Baalen en Isabelle van Baalen gehuwd met baron van Schenck de Nijdigger, de zaak af. Nollekenshoeve bestaat dan niet meer.

De oorspronkelijke boerderij van Nollekenshoeve zal direct aan de Groenstraat hebben gestaan ter plaatse van de woningen Groenstraat 121 tot en met 127. In de achttiende eeuw is het complex eigendom van de Bossche wijnkoper Francis van Balen. Hij stamt uit een oud Bosch geslacht waarvan de leden vaak deel uitmaakten van de Bossche schepenbank. Zijn familie bezit een hoeve in de Groenstraat. Naast de hoeve is een heerehuijzinge gebouwd waar de eigenaren kunnen vertoeven. Francis is op zeker moment permanent in Udenhout komen wonen en tot zijn dood in de Groenstraat blijven wonen; hij wordt op 28 juli 1792 in Udenhout begraven. Na zijn dood wordt de boerderij met de heerehuijzinge verkocht aan twee Udenhouters. Miggiel Pijnenburg koopt de boerderij en Jan Hendrik van Iersel de heerehuijzinge. De advertentie vermeldt dan: eene groote hoeve bestaande in een boerehuis, schuur, brandhuis, bakhuis en hof met teullanden wey- en hey-velden mitsgaders houtbosschen. Nog een heere huizinge voorzien van zes zoo boven als benedenkamers en vertrekken met een apart zomerkeuken en twee hoven staande en gelegen in het beste van Udenhout in de Groenstraat, groot ruim 130 lopense.

In 1771 verhuurt François van Balen de hoeve aan Peter Adriaan de Jong uit Riel. Het gaat dan om een steede bestaande uit een huijsinge, schuur, schop, hof, 34 a 35 lopense akkerland, 40 lopense weiland of groes en een perceel hooiland in Cromvoirt. Van Balen reserveert voor zichzelf de grote door hem aangelegde hof, de boomgaard en een appelboom op de dries bij de schuur. Ook reserveert hij de nieuw aangelegde keuken, het turfhuis en het klein hofje met de plaats. De huurder mag geen erwten of staakbonen of iets anders telen dat het uitzicht van Van Balen kan beletten. De huurder heeft geen doorgang over land dat de verhuurder voor zichzelf reserveert. Daarentegen heeft Van Balen wel vrije doorgang over het erf van de verhuurde hoeve. De jaarlijkse pachtsom voor de boerderij is 50 gulden, vijf mud rogge, 3½ mud boekweit, 100 pond boter, 350 stenen dakstro. Daarnaast moet de huurder jaarlijks ten behoeve van de verhuurder zes vrachten met kar en paard naar Den Bosch verzorgen en acht karren mest voor in de hof van de verhuurder leveren.


Huidige bewoning


Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woningen Groenstraat 115, Groenstraat 117, Groenstraat 119, Groenstraat 121 - 127 en Groenstraat 129.


Bronvermeldingen


Notarieel Archief Oisterwijk, toegangsnummer 851, nummer 98, akte 19, 17-8-1771.
Regionaal Archief Tilburg, archiefnummer 847, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 206 f. 48 los stuk (1502); inv.nr. 207 f. 28 losse stukken (1503); inv.nr. 216 f. 19v (1512); inv.nr. 220 f. 27 los (1515); inv.nr. 230 f. 8r (1525); inv.nr. 467 f. 111v-113v (1682); inv.nr. 434 f.174-185v (1792).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Archief van de schepenbank van 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1176 f. 202 (1381); inv.nr. 1176 f. 102 (1380); invn.nr. 1186 f. 336 (1410); inv.nr. 1564 f.337v e.v. (1645).
- Toelichting cijnsregister.