11. Bijzondere vrouwen
Mie Maas
In Hulten ligt naast de vliegbasis een stuk bos, Het Blok genaamd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stonden hier barakken waarin een werkkamp was gemaakt voor ongeveer honderdvijftig gevangenen uit Vught. Zij waren naar Hulten overgeplaatst om herstelwerkzaamheden te verrichten aan de vliegbasis. Aan de andere kant van de basis ligt de Heideweg die van Rijen naar Molenschot loopt. Tegenover de afrastering van het vliegveld lag daar toen de woning van Thomas en Maria Ligtvoet-Maas. Mie Maas vroeg iedereen in haar omgeving om oude kleren. Wat ze daar mee deed wist niemand. Tot ze in 1943 betrapt werd door de Duitsers. De oude kleren waren bestemd voor gevangenen die van de vliegbasis wisten te ontsnappen. Hun gestreepte gevangenenkleding verbrandde ze in haar fornuis. De gevangenen konden daarna veilig verder vluchten. Maar nadat de Duitsers haar hadden betrapt, werd ze zelf in kamp Vught opgesloten tot de bevrijding van dit kamp in 1944. Mie Maas woonde tot 1970 in Molenschot. Ze vertrok daarna naar Rotterdam en overleed uiteindelijk in Apeldoorn in 1983. Het is nooit achterhaald hoeveel mannen ze geholpen heeft bij hun vlucht.
Circus Bever
In de Laagstraat in Rijen woont Leentje Baliga-Karoly, meer bekend onder haar artiestennaam Ilonka. Ze is een kleindochter van Henri van Bever, oprichter van het bekende Circus Bever. Oorspronkelijk woonde de familie van Bever in België, maar ze hoorden tot de vele Belgische vluchtelingen die in de Eerste Wereldoorlog naar Nederland kwamen. Als kind hielp Leentje al in het circus. Haar eerste echte contract kreeg ze in 1953, op vijftienjarige leeftijd. Met haar paardendressuurnummers trad ze daarna op bij verschillende internationale circussen in Denemarken, Amerika en bijvoorbeeld Cuba. Vrij kort na de geboorte van haar kinderen stopten zij en haar man met het circuswerk. In 1984 richtten zij toen in Molenschot een highschool voor het dresseren van paarden op. Deze heeft tot 2002 bestaan. Daarna verhuisde Ilonka Baliga naar Rijen.
Brandweervrouw
De vrijwillige brandweer in Gilze en Rijen bestaat sinds jaar en dag voornamelijk uit mannen. Dat is niet alleen hier, maar dat is in de meeste gemeenten zo. Het ministerie van Binnenlandse Zaken voerde daarom in de negentiger jaren van de vorige eeuw actie om meer vrouwen bij de brandweer te krijgen. Coby van Haeften uit Rijen was in 1990 de eerste brandweervrouw. Vanaf 1997 werd ze hoofdbrandwacht. Het was voor het mannencorps in 1990 geen vanzelfsprekendheid om vrouwen aan te nemen. Na haar sollicitatie polste de commandant eerst de mannen van het corps. Coby van Haeften combineerde het werk met haar baan als bode op het gemeentehuis. Ze volgde de vereiste opleidingen voor brandwacht. Als vrijwilliger werkte ze ook bij Slachtofferhulp in Tilburg en volgde ze de cursus ‘Opvang en verzorging’ van het Rode Kruis. Daarmee kon ze bij grote rampen worden ingezet. Ze was brandweervrouw tot 2015. In 2016 werd ze benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Tekst: Nel de Wit