Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

01. Inleiding

Vanaf maart 2020 werken veel mensen, door het coronavirus, thuis. Mannen en vrouwen. Vrouwen werkten vroeger vaker thuis, omdat ze ook zorg voor een gezin hadden, omdat getrouwde vrouwen vaak ontslagen werden na een huwelijk of omdat ze “assistent” waren in bedrijf of winkel van hun man. Buitenshuis werken was voor vrouwen vaak moeilijk. In 1908 bijvoorbeeld, probeerde Pastoor Gillis in Rijen te voorkomen, dat er meisjes in de Electrische werktuigenfabriek (voorloper Ericsson) gingen werken. Maar in 1912 werkten er toch al vijftien meisjes. Hij had ”zijn strijd voortgezet en verloren”. De meisjes kregen wel een aparte ruimte om tijdens de pauze hun boterham te eten. Vrouwen waren volgens de wet lang handelingsonbekwaam. Ze mochten niet zelf een contract aangaan en de man kon beschikken over haar inkomsten. Dat bleef zo tot 1956. Het was lang geen vanzelfsprekendheid dat vrouwen dezelfde betaalde banen hadden als mannen, hoewel het meer dan honderd jaar geleden is, dat de eerste feministische golf was, dat er vrouwenkiesrecht kwam en dat er gestreden werd voor het recht om ook als vrouw hoger onderwijs te mogen volgen. Toch waren er altijd vrouwen actief en werkzaam in het onderwijs, in de gezondheidszorg, in de politiek, als schrijfster of als kunstenares. Financieel was het vaak nodig. En niet iedereen haalde genoeg voldoening uit thuiswerk of het succes van man en kinderen. En werkten ze niet betaald, dan vaak toch als vrijwilligster; zoveel vrouwen deden dat, dat in 1938 het Korps van vrouwelijke vrijwilligers werd opgericht, voorloper van de UVV (Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers). Door vrijwilligerswerk kregen vrouwen de kans om hun maatschappelijke betrokkenheid te vergroten. Veel vrouwen waren actief in vrouwenorganisaties: Katholieke Arbeidersvrouwen, Plattelandsvrouwen, Boerinnenbond en Vrouwengilde.

In Gilze en Rijen werkten vrouwen vroeger als stikster in de leer- en schoenindustrie, ze runden de herberg terwijl de man een ander vak uitoefende, hadden een kruidenierswinkel, waren pastoorsmeid of waren bijvoorbeeld vroedvrouw.

Schoenstiksters bij Aristo de Jong schoenfabriek Gilze, 1932

De tweede feministische golf, van 1970 – 1990, sprak ook vrouwen in Brabant aan. Overal kwamen nieuwe activiteiten en ook in Gilze en Rijen namen vrouwen initiatieven tot feministische en emancipatorische activiteiten, zoals bijvoorbeeld in Open Huis en Vrouwencafé.

Vrouwen zijn van groot belang geweest voor de Gilze-en-Rijense economie en samenleving.


Tekst: Nel de Wit





Bronnen: Gilze duizend jaar; bijdrage tot de geschiedenis van Gilze 992 - 1992

Rijen; ontstaan, groei en ontwikkeling; geschiedenis van Rijen tot in de twintigste eeuw

Over de kiesdrempel; honderd jaar algemeen kiesrecht in Gilze en Rijen

Historische canon van Gilze en Rijen

Archief Heemkring Molenheide

Mulder; kwartaaluitgave Heemkring Molenheide

Tijdmachine Heemkring Molenheide

Websites van onder andere Atria, Brabants erfgoed, BHIC, Statline, vakbondshistorie